Из произведений Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2

Изучить этот эпизод

  
/ 10837  
  

2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Комментарий

 

Mindful Communication Challenge 4 of 5 – Is it useful?

Написано Todd Beiswenger


Чтобы продолжить поиск во время прослушивания, воспроизведите аудио в новом окне.

This week we introduce a new filter into the program which is, "Is it useful?" Something can be true, and can even be kind, but not actually useful to say. That's the focus - can we refrain from saying things that aren't actually useful? This filter is important as we try to bring heaven to earth because the Lord's kingdom is a kingdom of uses. Things only exist if they have a use. There are no frivolous creations! When we speak, we too create, so let's make sure the things we create have a purpose.

(Ссылки: Arcana Coelestia 1, 4730; Ephesians 4:22-29; James 3:1-12; Matthew 12:33-37)

Из произведений Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9430

Изучить этот эпизод

  
/ 10837  
  

9430. En de wolk bedekte hem; dat dit betekent het laatste van het Woord, dus duister naar verhouding, staat vast uit de betekenis van de wolk, namelijk het laatste van het Woord of de letterlijke zin ervan, zie de voorrede tot (Genesis 18) en de nrs. 4060, 4391, 5922, 6343, 6752, 8106, 8443, 8781.

Dat deze zin de wolk wordt genoemd, komt omdat die in het duister is ten opzichte van de innerlijke zin; deze immers is in het licht van de hemel; dat hij in het duister is en zoals een wolk, is omdat hij voor de mens is wanneer hij in de wereld is, maar de innerlijke zin voor de mens wanneer hij in de hemel komt.

Maar men moet weten, dat de mens wanneer hij in de wereld is tegelijk in de innerlijke zin van het Woord is, wanneer hij in de echte leer van de Kerk is ten aanzien van het geloof en ten aanzien van het leven, want door deze leer wordt de innerlijke zin van het Woord ingeschreven zowel aan zijn verstand als aan zijn wil: aan zijn verstand door het geloof en aan zijn wil door het leven.

Een zodanig mens vat, wanneer hij in de hemel komt, het Woord in het geheel niet anders dan volgens de innerlijke zin ervan; deze verschijnt hem dan zoals een wolk die de stralen van zijn licht opzuigt.

Er wordt gezegd, dat de mens dan het Woord vat volgens de innerlijke zin ervan en niet volgens de uiterlijke zin; dat dit zo is, komt omdat allen die in de hemel zijn, door de Heer worden onderricht vanuit het Goddelijk Ware dat bij de mens is, dus uit het Woord; de oorzaak hiervan is dat de mens in het laatste van de orde is en in het laatste houden alle innerlijke dingen stil, het laatste is als het ware een ondersteuning voor de innerlijke dingen, waarin deze blijven bestaan en rusten.

Het Woord in de letter is het Goddelijk Ware in het laatste van de orde, eender de mens van de Kerk, bij wie het Goddelijk Ware is, ten aanzien van zijn natuurlijke en zinlijke; in beide vinden de innerlijke dingen hun grens en rusten zij.

Het is hiermee zo gesteld als met een huis en het fundament ervan: het huis zelf is de hemel en daar is het Goddelijk Ware zodanig als het Woord is in de innerlijke zin en het fundament is de wereld en daar is het Goddelijk Ware zodanig als het Woord is in de uiterlijke zin; zoals een huis op het fundament rust, dus eveneens rust de hemel op de Kerk, dus het Goddelijk Ware in de hemel op het Goddelijk Ware op aarde; er is immers een continu verband uit de Heer door de hemel tot aan de mens door middel van het Woord.

Het is om deze oorzaak, dat er steeds in wordt voorzien door de Heer, dat er op aarde een Kerk is, waar het Goddelijk Ware in zijn laatste is.

Dit is een verborgenheid, die niemand nog weet en die wordt verstaan onder hetgeen in de nrs. 9357 en 9360 zijn aangehaald.

Laten dus allen er zich voor wachten, dat zij het Woord niet op enige wijze kwetsen, want zij die dit kwetsen, kwetsen het Goddelijke Zelf.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl