Das Obras de Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 248

Estudar Esta Passagem

  
/ 325  
  

Até agora, esta tradução contém passagens até #325. Provavelmente ainda é um trabalho em curso. Se carregar na seta para a esquerda, encontrará o último número que foi traduzido.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Das Obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9313

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

9313. Zo zal Ik als vijand handelen tegen uw vijanden; dat dit betekent dat de Heer zal afwenden alle valsheden vanuit het boze, staat vast uit de betekenis van als vijand handelen, wanneer het Jehovah of de Heer betreft, namelijk afwenden, waarover hierna; en uit de betekenis van uw vijanden, namelijk de valsheden uit het boze; deze immers zijn de vijanden in de geestelijke zin, omdat zij aanhoudend de waarheden uit het goede bestoken, aanvallen en proberen te vernietigen, zij zijn immers tegengestelden.

Dat als vijand handelen, wanneer het van Jehovah of de Heer wordt gezegd, afwenden is, namelijk de valsheden vanuit het boze, komt omdat de Heer nooit als vijand handelt; Hij is immers de Barmhartigheid zelf en het Goede zelf en in de barmhartigheid en in het goede zelf kan geen vijandschap zijn, zelfs niet tegen het valse en het boze; maar het valse en het boze handelen met vijandschap tegen het goede en het ware, dat wil zeggen, degenen die in het valse en het boze zijn, tegen hen die in het ware en het goede zijn; en omdat die valsheden zichzelf vernietigen wanneer zij het goede en ware trachten te vernietigen, is het vandaar dat het verschijnt alsof de Heer als vijand handelt, terwijl Hij toch alleen de Zijnen in veiligheid stelt; hieruit blijkt, hoe het moet worden verstaan, dat met als vijand handelen, wanneer het de Heer betreft, wordt aangeduid de valsheden vanuit het boze afwenden.

Hoe het met deze verborgenheid verder is gesteld, zie wat daarover getoond is in de nrs. 4299, 7643, 7679, 7710, 7926, 7989, 8137, 8146, 8265, 8946.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Das Obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8265

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

8265. Het paard en zijn ruiter heeft Hij voortgeworpen in de zee; dat dit betekent dat ten gevolge van Zijn tegenwoordigheid alleen de valse dingen uit het boze verdoemd en in de hel geworpen werden, staat vast uit de betekenis van het paard, namelijk de valsheden vanuit het verdraaide verstandelijke; dat het paard het verstandelijke is, nrs. 2761, 2762, 3217, 5321; en in de tegengestelde zin het verdraaide verstandelijke en omdat dit geen verstandelijke is, wordt in deze zin het valse met het paard aangeduid en met het paard van farao het valse wetenschappelijke, nrs. 6125, 8146, 8148; uit de betekenis van de ruiter, namelijk de redeneringen daaruit, nrs. 8146, 8148; en uit de betekenis van voortwerpen in de zee, namelijk verdoemen en in de hel werpen; dat de zee, hier de zee Suph, de hel is, waar de valsheden vanuit het boze zijn van hen die, hoewel zij van de Kerk zijn, maar in het afgescheiden geloof en in een leven van het boze waren geweest, nrs. 8099, 8137, 8148.

Vandaar komt het dat zij valsheden uit het boze worden genoemd; dat die verdoemd en in de hel geworpen werden ten gevolge van de tegenwoordigheid van de Heer alleen, is in het voorgaande hoofdstuk getoond.

De bozen kunnen immers geenszins de Goddelijke tegenwoordigheid verdragen en uithouden, want zij worden ten gevolge van die tegenwoordigheid beangst, gemarteld en als het ware ontzield; zij gedragen zich dan alsof zij in doodsstrijd zijn.

De oorzaak hiervan is dat het Goddelijke de almacht in heeft en datgene wat tegengesteld is, vernietigt en uitblust, dus het valse en het boze; vandaar is het leven van hen die in het valse en het boze zijn, door de Goddelijke tegenwoordigheid in nood en voelt dan in zichzelf de hel, volgens de graad van de tegenwoordigheid; opdat degenen die in valsheden en boosheden zijn, niet geheel en al gemarteld en vernietigd worden, worden zij overdekt met hun eigen valsheden en boosheden zoals door nevels, die van zo’n natuur zijn dat die de invloeiing van het Goddelijke breken òf die terugdringen òf verstikken, net als de aardse nevels dat met de zonnestralen doen.

Dit wordt verstaan onder de woorden bij Johannes: ‘Zij zullen tot de bergen en de rotsen zeggen: Stort op ons en verbergt ons van het aangezicht van Degene Die op de troon zit, van de toorn van het Lam, omdat de grote dag van Zijn toorn is gekomen; wie derhalve zal kunnen bestaan’, (Apocalyps 6:16,17); met de bergen en de rotsen waartegen zij zullen zeggen dat zij op hen zouden storten en hen verbergen, worden de boosheden en de valsheden aangeduid; met de toorn van het Lam wordt de marteling aangeduid; het verschijnt immers alsof het Goddelijke uit toorn martelt; terwijl het toch de boosheden en de valsheden zelf zijn; eender bij (Jesaja 2:10; Hosea 10:8; Lukas 23:30).

Dat er ten gevolge van de tegenwoordigheid alleen van de Heer verdoemenis is, wordt ook aangeduid met de volgende teksten in dit gezang: ‘Gij zendt Uw ontsteking uit, zij verteert hen zoals een stoppel; en door de wind van Uw neusgaten zijn de wateren opgehoopt geworden; de vloeden hebben overeind gestaan zoals een hoop: Gij hebt geblazen met Uw wind, de zee heeft hen bedekt, zij zochten de diepte; Gij hebt Uw rechter uitgestrekt, de aarde heeft hen verzwolgen’, (vers 7,8,10,12); eender in zeer vele andere plaatsen in het Woord.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl