A Bíblia

 

Ezechiël 38:13

Estude

       

13 Scheba, en Dedan, en de kooplieden van Tarsis, en alle hun jonge leeuwen zullen tot u zeggen: Komt gij, om buit te buiten? hebt gij uw vergadering vergaderd, om roof te roven? om zilver en goud weg te voeren, om vee en have weg te nemen, om een groten buit te buiten?

Comentário

 

Congregation

  

A congregation is a group of people with common loves, interests, and purposes. It often refers to a church group. In the Word it is almost always used to speak of the whole group of the Children of Israel, as the tabernacle of the congregation, or the people of the congregation. Sometimes the original Hebrew is translated as assembly, too. This is a case where readers and translators need to be aware of the context and potential nuances of meaning. Swedenborg writes that,'The congregation of the people' stands for people who are ruled by truths constituting intelligence, since 'congregation' is used with reference to truths... as also is 'people'... 'the assembly of the old' stands for people who are ruled by good. The usage of the term congregation also implies an ordering, or arrangement of truths.

(Referências: Apocalypse Explained 417; Arcana Coelestia 6338, 7843, 7891; The Apocalypse Explained 724 [17])

Das Obras de Swedenborg

 

Apocalyps Onthuld # 859

Estudar Esta Passagem

  
/ 962  
  

859. Dat met Gog en Magog degenen worden aangeduid die in een uiterlijke eredienst zijn en niet in enige innerlijke eredienst, kan vaststaan bij (Ezechiël 38), waar over Gog wordt gehandeld van aanvang tot einde; en vanuit (Ezechiël 39:1-6), maar dat die met Gog en Magog worden aangeduid, blijkt daar niet helder dan door de geestelijke zin, die, omdat deze aan mij is onthuld, zal worden geopend.

Eerst wat de dingen betekenen die in die beide hoofdstukken zijn vervat: in hoofdstuk 38 bij Ezechiël het volgende: er wordt gehandeld over hen die alleen in de zin van de letter van het Woord zijn en vandaar in een eredienst die uiterlijk is zonder innerlijke, te weten Gog, vers 1, 2; dat alle en de afzonderlijke dingen van de eredienst zullen vergaan, vers 3-7; dat die eredienst de Kerk in beslag zal nemen, haar verwoesten en zij zo in de uiterlijke dingen zonder de innerlijke zal zijn, vers 8-16; dat de staat van de Kerk vandaar zal worden veranderd, vers 17-19; dat vandaar de ware en de goede dingen van de godsdienst zullen vergaan en valse dingen erop zullen volgen, vers 20-23.

In hoofdstuk 39 bij Ezechiël zijn het deze dingen: over hen die alleen in de zin van de letter van het Woord zijn en in de uiterlijke eredienst; dat zij in de Kerk zullen komen, te weten Gog, maar dat zij zullen vergaan, vers 1-6; dat dit plaatsvindt wanneer de Heer komt en de Kerk instaureert, vers 7, 8; dat deze Kerk dan al hun boze en valse dingen zal verstrooien, vers 9, 10; dat zij ze geheel en al zal vernietigen, vers 11-16; dat de door de Heer te instaureren Nieuwe Kerk zal worden ingelicht in ware en goede dingen van elk geslacht en zal worden doordrenkt met goede dingen van elk geslacht, vers 17-21; en dat de vorige Kerk vanwege de boze en de valse dingen zal worden vernietigd, vers 23, 24; dat dan door de Heer de Kerk zal worden verzameld uit alle natiën, vers 25-29.

Maar er zal iets worden gezegd over hen die in de uiterlijke eredienst zonder de geestelijke innerlijke eredienst zijn; het zijn degenen die de tempels geregeld op zon- en feestdagen bezoeken, dan psalmzingen en bidden, naar de predikingen luisteren en dan op de voordracht letten en slechts weinig, zoal iets op de zaak en enigermate worden bewogen door de met aandoening uitgesproken gebeden, zoals dat zij zondaars zijn en in het geheel niet bespiegelen over zichzelf en over hun leven; en tevens jaarlijks aan het sacrament van het Avondmaal deelnemen, ‘s morgens en ’s avonds gebeden uitstorten en eveneens bij middag- en avondmalen bidden en verder soms ook over God, over de hemel en over het eeuwige leven oreren en dan ook enige plaatsen uit het Woord weten tevoorschijn te halen en zich als christenen voor te doen, hoewel zij het niet zijn; want na al deze dingen gedaan te hebben, achten zij echtbreuk en ontucht, wraakneming en gevoelens van haat, heimelijke diefstal en beroving, leugen en lastering en begeerten en beramingen van boze dingen van elk geslacht voor niets; zij die zodanig zijn, geloven niet in enige God, te minder in de Heer; indien men hun vraagt wat het goede en het ware van de godsdienst is, weten zij niets en denken dat het ook niet van zoveel belang is om het te weten; in één woord, zij leven voor zich en voor de wereld, dus voor hun eigen zin en lichaam en niet voor God en de naaste, dus niet voor de geest en de ziel; waaruit blijkt, dat hun eredienst uiterlijk is zonder innerlijke eredienst; dezen nemen ook gewillig het ketterse ten aanzien van het geloof-alleen op, vooral als zij horen dat de mens niet het goede uit zich kan doen en dat zij niet onder het juk van de wet zijn; vandaar is het, dat er wordt gezegd, dat de draak zal uitgaan om de natiën te verleiden, Gog en Magog.

Met Gog en Magog wordt ook in de Hebreeuwse taal dak en vloer aangeduid, dus het uitwendige.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl