A Bíblia

 

Ezechiël 11:2

Estude

       

2 En Hij zeide tot mij: Mensenkind, deze zijn de mannen, die ongerechtigheid bedenken, en die kwaden raad raden in deze stad.

Comentário

 

#89 How the Second Coming Unfolds: What Jesus says

Por Jonathan S. Rose

Title: From East to West: How the Second Coming Unfolds

Topic: Second Coming

Summary: We look at the striking statement in Matthew 24:27 that the Second Coming will take place like lightning coming from the east and flashing to the west. What other clues does the Bible contain to what this might mean?

Use the reference links below to follow along in the Bible as you watch.

References:
Matthew 24:1, 27
Luke 17:20-30
Exodus 19:16; 20:18
2 Samuel 22:10-16
Matthew 28:2
Revelation 11:19
Numbers 3:23
Leviticus 16
Matthew 21:1
Luke 19:37
Numbers 34:6
Isaiah 9:2
Malachi 3:1; 4:1
Zechariah 14:1
Ezekiel 10:18; 11:22; 43; 44; 46; 48
Matthew 24:26-27
Hebrews 4:12
Luke 2:34-35

Reproduzir vídeo
Spirit and Life Bible Study broadcast from 5/2/2012. The complete series is available at: www.spiritandlifebiblestudy.com

Das Obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3596

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

3596. Dat de woorden ‘en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend zijn’ betekenen dat het verbonden is, blijkt uit de betekenis van gezegend worden, namelijk verbonden worden, waarover de nrs. 3504, 3514, 3530, 3565, 3584. Hoe het gesteld is met de toe-eigening en de verbinding van het door Jakob uitgebeelde ware, kan blijken uit wat eerder is gezegd. Maar aangezien deze dingen van dien aard zijn, dat zij het bevattingsvermogen van de natuurlijke mens te boven gaan en niet gezien kunnen worden, tenzij in het licht, waarin de redelijke of innerlijke mens is – in welk licht er heden ten dage weinigen zijn, omdat weinigen worden wederverwekt – daarom is het beter, ze niet verder toe te lichten, want de toelichting van ongeweten en boven de bevatting uitgaande dingen is niet deze in het licht te stellen, maar nog meer in de schaduw. Bovendien moeten dergelijke zaken opgebouwd worden op voorstellingen van natuurlijke waarheden, door middel waarvan zij begrepen moeten worden en deze ontbreken heden ten dage ook. Dit is ook de reden, waarom het voorafgaande zo kort en alleen naar de innerlijke zin van de woorden is uitgelegd. Uit wat voorafgaat kan blijken, wat het insluit, dat Izaäk aan zijn zoon een jacht vroeg, opdat hij daarvan zou eten alvorens hem te zegenen, en dat hij hem niet eerder zegende, dan nadat hij gegeten had en dat dus na het eten de zegening volgde van hem, die het had toegemaakt en gebracht, zoals ook duidelijk blijkt uit de woorden van Izaäk, hier over Jakob, ‘hij bracht tot mij en ik heb van alles gegeten, eer gij kwaamt en heb hen gezegend en ook zal hij gezegend zijn’. De oorzaak daarvan blijkt duidelijk uit het innerlijke inzicht in de riten van de Oude Kerk; want bij hen betekende ‘eten’ toe-eigening en verbinding en de verbinding met hem bij wie zij aten of wiens brood zij aten. Spijs in het algemeen betekende die dingen die van de liefde en de naastenliefde zijn, dat wil zeggen, dezelfde dingen die hemelse en geestelijke spijs zijn; het brood betekende daar de dingen die tot de liefde tot de Heer behoren en de wijn de dingen die tot de liefde jegens de naaste behoren. Wanneer deze dingen werden toegeëigend, waren zij verbonden; zo spraken zij dus wederkerig uit aandoening en werden tezamen tot een gezelschap verbonden. De gastmalen bij de Ouden waren niets anders en ook de maaltijden uit de geheiligde dingen in de Joodse Kerk beeldden niets anders uit en de middagmalen en avondmalen in de oorspronkelijke christelijke Kerk behelsden evenmin iets anders.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl