A Bíblia

 

I Koningen 8:36

Estude

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Das Obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 490

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

490. Dat de dochter voor goedheden staat, komt vaak in het Woord voor, zoals bij David:

‘Dochters van koningen zijn onder uw kostelijkheden, de koningin staat aan uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir; de dochter van Tyrus is daar met een geschenk, geheel eervol is de dochter van de koning innerlijk, haar kleding is van gouden borduursel, in de plaats van uw vaderen zullen uw zonen zijn’, (Psalm 45:10-17); waar het goede en schone van de liefde en van het geloof door de dochter wordt beschreven. Vandaar werden de Kerken dochters genoemd, en wel vanwege de goedheden, zoals dochter Zions, en dochter van Jeruzalem, (Jesaja 37:22);

en op tal van andere plaatsen; zij worden ook dochters van het volk genoemd, (Jesaja 22:4); dochter van Tarsis, (Jesaja 23:10);

dochter van Zidon, aldaar (vers 12); dochters in het veld, (Ezechiël 26:6, 8).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl