Van Swedenborgs Werken

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #272

Bestudeer deze passage

  
/ 432  
  

272. Omdat nu door velen niet wordt geweten hoedanig het boze is en dat het volledig tegenovergesteld is aan het goede en het evenwel van belang is dat het geweten wordt, moet deze zaak daarom in deze orde worden bezien: 1. Dat het natuurlijk gemoed dat in boze dingen is een vorm en beeld van de hel is. 2. Dat het natuurlijk gemoed dat een vorm en beeld van de hel is, afdaalt door drie graden. 3. Dat de drie graden van het natuurlijk gemoed dat een vorm en beeld van de hel is, tegenovergesteld zijn aan de drie graden van het geestelijk gemoed, dat een vorm en beeld van de hemel is. 4. Dat het natuurlijk gemoed dat een hel is, in al het tegenovergestelde is tegen het geestelijk gemoed dat een hemel is.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Goddelijke Voorzienigheid #5

Bestudeer deze passage

  
/ 340  
  

5. III. Dit éne is in een bepaald beeld in al het geschapene.

Dat de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid, welke in de Heer één zijn, en als één voortgaan uit Hem, in een zeker beeld in al het geschapene zijn, kan vaststaan uit wat in de verhandeling over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid hier en daar is aangetoond, en vooral uit wat daar gezegd is in n. 47-51, n. 54-60, 282, 290-295, 316-318, 319-326, 349-357. In deze plaatsen is getoond dat het Goddelijke in al het geschapene is, omdat God de Schepper, die de Heer uit het eeuwige is, uit Zichzelf de Zon van de geestelijke wereld heeft voortgebracht, en door die Zon alle dingen van het heelal. Bijgevolg dat die Zon, welke uit de Heer en waar de Heer is, niet slechts de eerste substantie is, maar ook de enige vanuit welke alle dingen zijn. En omdat zij de enige substantie is, volgt dat zij in al het geschapene is, maar met oneindige verscheidenheid overeenkomstig de nutten. Omdat nu in de Heer de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid is, en in de Zon uit Hem het Goddelijke vuur en de Goddelijke glans, en uit de Zon de geestelijke warmte en het geestelijk licht, en deze twee één maken, volgt dat dit ene in een zeker beeld in al het geschapene is. Vandaar komt het dat alle dingen die in het heelal zijn, betrekking hebben op het goede en het ware, ja zelfs op de verbinding ervan, of, wat hetzelfde is, dat alle dingen in het heelal betrekking hebben op de liefde en de wijsheid, en op de verbinding ervan. Want het goede is van de liefde, en het ware is van de wijsheid; de liefde toch noemt al het hare het goede, en de wijsheid noemt al het hare het ware. Dat de verbinding van deze in al het geschapene is, zal in wat volgt worden gezien.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Divine Providence #82

Bestudeer deze passage

  
/ 340  
  

82. 4. It is by means of these two abilities that the Lord reforms and regenerates us; without them we could not be reformed and regenerated. The Lord teaches us that "No one can see the kingdom of God except by being born again" (John 3:3, 5, 7). However, not many people know what "being born again" or "being regenerated" actually is. This is because people do not know what love and thoughtful living are; so they do not know what faith is, either, because anyone who does not know what love and thoughtful living are cannot know what faith is. Thoughtful living and faith are integral to each other the way what is good and what is true are, the way desires of our volition and thoughts of our discernment are. On this union see Divine Love and Wisdom 427-431; The New Jerusalem and Its Heavenly Teachings 13-24; and 3-20 above.

  
/ 340  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for the permission to use this translation.