"Geloof" betekent technisch gezien "geloof", maar het heeft een dikke emotionele lading gekregen in de moderne wereld, althans in termen van religie. Veel mensen zouden met plezier intellectuele vragen kunnen stellen over wat wij geloven dat waar is, maar als die vragen ons "geloof" raken, dan worden ze ineens een "aanval". We gebruiken "geloof" ook om de connectie te beschrijven die we kunnen voelen met God tijdens emotioneel geladen aanbiddingsdiensten. Dit idee filtert ook door tot seculiere gebruiken: als we "geloof" uitdrukken dat ons favoriete voetbalteam een wedstrijd kan winnen, is dat meer een emotioneel statement dan een intellectueel statement.
Een reden voor die emotionele inhoud kan zijn dat christelijke kerken het woord 'geloof' hebben aangenomen om 'iets als waar te accepteren, ook al kan het niet worden gezien of begrepen'. Bijvoorbeeld het idee dat God één is, verdeeld in drie personen zonder verdeeld te zijn. Dit tart de rede, maar christenen worden al lang opgeroepen om het te accepteren als een "mysterie van het geloof". Het idee dat God de Vader volkomen liefdevol is, maar dat Hij het bloedoffer en de smeekbede van Jezus nodig heeft om iemand in de hemel te laten, is evenzeer verwarrend, maar is ook een geloofsartikel. Omdat het in principe onmogelijk is om de waarheid in deze ideeën te zien vanuit ons hoofd, moeten we ze gewoon in ons hart geloven, wat ze tot emotionele problemen maakt.
Zwedenborg gebruikt echter "geloof" in een meer traditionele zin en definieert het als "een interne erkenning van de waarheid". Dat heeft enig verband met het christelijke geloofsconcept - het is de waarheid die wordt gezien en erkend, niet noodzakelijkerwijs de waarheid die is beredeneerd en logisch is bewezen. Maar het is niet de waarheid die de logica tart, maar het is de waarheid die op het eerste gezicht duidelijk is.
Zwedenborg is ook duidelijk dat het geloof ook liefdadigheid moet omvatten, of het verlangen en de eigenlijke daad om anderen goed te doen, en dat beide samen moeten handelen om volledig te zijn. Ook voor ons is het nuttig om het geloof te verbinden met trouw, met God en met wat we doen. Zwedenborg is consequent gekant tegen het geloof alleen: een geloof dat geen liefdadigheid en goede werken kent.
Ter referentie, en om verder te lezen, zijn hier enkele belangrijke onderdelen uit het theologische werk van Swedenborg: Ware Christelijke Religie 337, 339, 344, 348, 355, 373, 393.
(Referenties:
de Leer over het Geloof 27, The Doctrine of the New Jerusalem Regarding Faith 1, 4, 11, 13, 18, 24, 25)