61. De engelen die een dergelijke idee over de mens hebben, letten er nooit op wat iemand met zijn lichaam doet, maar stellen veel belang in de wil, waaruit het lichaam handelt. Dit noemen zij de mens zelf en het verstand noemen zij de mens voorzover het met de wil samenwerkt.
Goddelijke Voorzienigheid #306
306. Uit de nu gegeven idee van de hemel en van de hel kan vaststaan hoedanig het gemoed van de mens is, want, zoals gezegd, het gemoed of de geest van de mens is in kleinste vorm òf een hemel òf een hel; namelijk de innerlijke dingen van hem zijn louter aandoeningen en de gedachten daaruit zijn, onderscheiden in geslachten en soorten, zoals in grotere en kleinere gezelschappen en verbonden opdat zij één handelen; en dat de Heer die op eendere wijze regeert als Hij de hemel of de hel regeert. Dat de mens in kleinste vorm òf een hemel òf een hel is, zie men in het werk ‘Hemel en Hel’, uitgegeven in Londen in het jaar 1758, n. 51-87.