52. Dat ieder gezelschap de hemel in kleineren vorm is, kan blijken uit het feit dat in ieder gezelschap een hemels patroon of vorm aanwezig is gelijk aan dat van de gehele hemel. Overal in de hemel bevinden zij die beter zijn dan de anderen zich in het midden, met daar omheen de minder goeden in afnemende orde tot aan de grenzen toe, zoals men dat in voorgaand nummer 43 kan zien. Verdere bevestiging hiervan kan men zien in het feit dat de Heer allen in de gehele hemel leidt alsof ze één engel zijn. Hij doet dit ook met al diegenen die in één gezelschap zijn. Vandaar verschijnt soms een geheel engelengezelschap als één in de gedaante van een engel, hetgeen de Heer mij heeft laten zien. Ook als de Heer temidden van engelen verschijnt, dan verschijnen zij niet als een menigte om Hem heen, maar als één in de gedaante van een engel. Hierdoor wordt de Heer, en eveneens een geheel gezelschap, in het Woord één engel genoemd. Michaël, Gabriël en Rafaël zijn niets anders dan zulke engelengezelschappen, die vanwege hun functie zo genoemd worden.
Goddelijke Voorzienigheid #306
306. Uit de nu gegeven idee van de hemel en van de hel kan vaststaan hoedanig het gemoed van de mens is, want, zoals gezegd, het gemoed of de geest van de mens is in kleinste vorm òf een hemel òf een hel; namelijk de innerlijke dingen van hem zijn louter aandoeningen en de gedachten daaruit zijn, onderscheiden in geslachten en soorten, zoals in grotere en kleinere gezelschappen en verbonden opdat zij één handelen; en dat de Heer die op eendere wijze regeert als Hij de hemel of de hel regeert. Dat de mens in kleinste vorm òf een hemel òf een hel is, zie men in het werk ‘Hemel en Hel’, uitgegeven in Londen in het jaar 1758, n. 51-87.