Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #15

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

15. Er bestaan twee afzonderlijke liefdes in de hemel, de liefde tot de Heer en de liefde tot de naaste. In de binnenste of derde hemel is de liefde tot de Heer en in de tweede of middelste hemel is de liefde tot de naaste. Elk komt voort uit de Heer en beide maken de hemel. In het heldere licht van de hemel is duidelijk het verschil te zien tussen deze beide liefdes en hoe zij verbonden zijn, maar op aarde is dat moeilijk te zien. In de hemel wordt met liefhebben van de Heer, niet bedoeld Hem liefhebben ten aanzien van de persoon, maar het goede liefhebben dat uit Hem voortkomt, en het goede liefhebben bestaat uit het goede willen en doen vanuit de liefde; en met de naaste liefhebben wordt niet verstaan de medemens liefhebben ten aanzien van de persoon, maar het ware liefhebben dat vanuit het Woord komt, en het ware liefhebben bestaat uit het ware willen en doen. Hieruit blijkt duidelijk dat er verschil bestaat tussen beide liefdes zoals tussen het goede en het ware, en dat zij samengaan als het goede met het ware. Maar dit zal heel moeilijk in het denken passen van iemand die niet weet wat liefde, het goede, en de naaste is.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #276

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

276. Hebbende eenieder citers, betekent de belijdenis van het Goddelijk Menselijke van de Heer vanuit de geestelijke ware dingen.

Het is bekend dat de belijdenissen van Jehovah in de tempel van Jeruzalem met gezang en tevens met muziekinstrumenten werden gehouden, die overeenstemden; de instrumenten waren voornamelijk: trompetten, trommels, luiten en citers; de hemelse goede en ware dingen stemden overeen met de trompetten en de trommels en de geestelijke goede en ware dingen met de luiten en de citers; de overeenstemmingen waren met de klanken ervan; wat het hemels goede en ware is en wat het geestelijk goede en ware, zie het werk ‘Hemel en Hel’, nrs. 13-19, 20-28.

Dat de citers betekenen de belijdenissen van de Heer vanuit de geestelijke ware dingen, kan vaststaan uit deze plaatsen:

‘Belijdt Jehovah met de citer, psalmzingt Hem op de tiensnarige luit, (Psalm 33:2, 3).

‘Ik zal U belijden met de citer, o God, mijn God’, (Psalm 43:3, 4).

‘Ik zal U belijden met het instrument van de luit, ik zal U zingen met de citer, o Heilige Israëls’, (Psalm 71:22).

‘Wek mij op, gij luit en citer, ik zal U belijden onder de natiën, Heer’, (Psalm 57:8-10; 108:2-4).

‘Antwoordt Jehovah met belijdenis, psalmzingt onze God met de citer’, (Psalm 147:7).

‘Het is goed Jehovah te belijden op de luit en op de tokkelslag met de citer’, (Psalm 92:2-4).

‘Juicht Jehovah, gij gehele aarde, zingt Jehovah, met de citer, met de citer en met de stem des gezangs’, (Psalm 98:4-6) en in vele andere plaatsen, zoals in, (Psalm 49:5; 137:1, 2; Job 30:31; Jesaja 24:7-9; 30:31, 32; Openbaring 14:2; 18:22).

Aangezien de citer overeenstemde met de belijdenis van de Heer en de boze geesten haar niet uithouden, verjoeg daarom David met de citer de boze geest uit Saul, (1 Samuël 16:14-16, 23).

Dat het niet citers waren, maar dat de belijdenissen van de Heer door Johannes werden gehoord zoals citers, zie nr. 661.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl