Van Swedenborgs Werken

 

Goddelijke Voorzienigheid #121

Bestudeer deze passage

  
/ 340  
  

121. Door velen wordt geloofd dat alleen datgene geloven wat de Kerk leert, de mens zuivert van boosheden en door sommigen wordt geloofd dat het goede doen zuivert. Door anderen wordt geloofd dat het de dingen die van de Kerk zijn weten, spreken en leren, zuiveren. Weer anderen het Woord en boeken van vroomheid lezen, door sommigen de tempels geregeld bezoeken, naar de preken luisteren en vooral aan het Heilig Avondmaal deelnemen, weer anderen door de wereld te verzaken en zich op vroomheid toeleggen en anderen zich schuldig belijden aan alle zonden, enzovoort. Toch zuiveren al deze dingen de mens in het geheel niet, tenzij hij zich onderzoekt, zijn zonden ziet, die erkent en zich daarom verdoemt en boete doet door daarvan af te laten. Al deze dingen zal hij doen zoals uit zich, maar toch vanuit de erkenning van het hart dat het uit de Heer is. Voordat deze dingen geschieden, helpen de bovengezegde dingen niets, ze zijn immers óf op verdienste gericht, óf huichelachtig, en deze mensen verschijnen in de hemel voor de engelen óf zoals mooi uitziende hoeren die kwalijk ruiken door haar verontreiniging, óf zoals misvormde vrouwen, bekoorlijk schijnend door het aangebrachte blanketsel; óf zoals vermomde clowns en mimespelers op het toneel, óf zoals apen in menselijke klederen. Maar wanneer de boze dingen zijn verwijderd dan worden de bovenvermelde dingen van hun liefde en die verschijnen in de hemel voor de engelen als schone mensen en als lotgenoten en metgezellen van hen.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Arcana Coelestia #50

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

50. What the Most Ancient Church understood by 'the image of the Lord' exceeds everything one can say about it. Man is totally unaware of the fact that the Lord is governing him by means of angels and spirits, and that at least two spirits and two angels are present with everyone. By means of the spirits he is in communication with the world of spirits, and by means of the angels with heaven. Without this communication with the world of spirits by means of the spirits, and with heaven by means of the angels, and so by means of heaven with the Lord, a person cannot exist at all. His entire life depends upon that link, and if the spirits and angels were to withdraw he would perish instantly.

[2] As long as a person remains unregenerate he is governed in an entirely different way from when he is regenerate. As long as he is unregenerate, evil spirits reside with him, who have such dominion over him that angels, though present, can accomplish little more than simply distract him from plunging into utter evil and so divert him towards something good. Indeed they use his own unregenerate desires to divert him towards good, and his illusions of the senses to do so towards truth. At that point he is in communication with the world of spirits by means of the spirits who reside with him, but not in the same way with heaven, for the reason that evil spirits have dominion and angels simply forestall them.

[3] When however he is regenerate it is the angels who then have dominion, and they breathe into him every kind of good and truth, as well as a horror and dread of evils and falsifies. Angels do indeed lead, yet they are but servants, for it is the Lord alone who, by means of angels and spirits, governs a person. Now because this is done through the ministry of angels, it is said here, in the plural first of all, 'Let Us make man in Our image'. Yet because it is still He alone who rules and disposes, it is said in the following verse, in the singular, 'God created him in His image'. This the Lord also states plainly in Isaiah,

Thus said Jehovah, your Redeemer, He who formed you from the womb, I Jehovah make all things, stretching out the heavens Alone, spreading out the earth by Myself. Isaiah 44:24.

Angels themselves also profess that no power at all resides with themselves but that they act from the Lord alone.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.

De Bijbel

 

Genesis 1:26-27

Studie

  

26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.

27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.