Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6638

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6638. Komende in Egypte met Jakob; dat dit betekent, nadat de waarheden waren ingebracht in de wetenschappen, staat vast uit de betekenis van Egypte, namelijk de wetenschappen, waarover de nrs. 1164, 1165, 1186, 1462, 4749, 4964, 4966, 6004, 5700, 5702, 6015, 6125; uit de uitbeelding van Jakob, namelijk het ware en tevens het goede, in het natuurlijke, of het natuurlijke ten aanzien van het ware en het goede, waarover de nrs.3305, 3509, 3525, 3546, 3576, 3599, 3659, 3669, 3677, 3775, 3829, 4009, 4234, 4286, 4337, 4538, 5306, 5533, 5535, 6001, 6236.

Dat ‘in Egypte komen’ is ingewijd worden in de wetenschappen, kan vaststaan uit de ontvouwingen die in die hoofdstukken worden vermeld, waar wordt gehandeld over het voorttrekken van de zonen van Jakob tot Egypte om koren te kopen en daarna over hun komst met Jakob daar.

Hoe het gesteld is met de inwijding van de waarheden van de Kerk in de wetenschappen, zie de nrs. 6004, 6023, 6052, 6071, 6077.

Hieruit blijkt dat met de zonen Israëls komende in Egypte, de in de wetenschappen ingebrachte ware dingen worden aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5951

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5951. En de zonen Israëls deden aldus; dat dit de uitwerking betekent uit de geestelijke ware dingen in het natuurlijke, staat vast uit de betekenis van zij deden, namelijk de uitwerking; en uit de uitbeelding van de zonen van Israël, namelijk de geestelijke ware dingen in het natuurlijke, nrs. 5414, 5879. Wat de geestelijke ware dingen in het natuurlijke zijn, moet worden gezegd: ware dingen van het geloof buiten de mens, de geest en de engel, zijn niet de ware dingen van het geloof; zij zijn immers niet aan enig subject aangehecht, waarin zij in wording komen; wanneer zij echter aan mens, geest en engel als aan een subject worden aangehecht, dan worden ze de ware dingen van het geloof, maar met een verschil volgens de staten van het leven van eenieder; bij degenen die ze voor het eerst aanleren, zijn het slechts wetenschappelijke dingen; daarna indien zij die heilig vereren, gaan zij verder en worden ze de ware dingen van de Kerk; wanneer zij er echter door worden aangedaan en zij ernaar leven, dan worden zij de geestelijke ware dingen; het goede immers van de liefde en van de naastenliefde, dat enig en alleen vanuit de geestelijke wereld is, doordrenkt ze dan en maakt dat ze leven; want erdoor te worden aangedaan en er naar leven, is vanuit dat goede. Hoedanig de ware dingen, die van het geloof worden genoemd zijn bij degenen die volgens die ware dingen leven en bij hen die er niet naar leven, werd mij getoond, bij degenen die er niet naar leven, verschenen zij als witte draden; en bij hen bij wie die ware dingen waren geweest, maar niets van het goede, broos; maar bij hen die er wel naar leven, verschenen zij als vezels vanuit de hersenen, vervuld met geest en zacht, en zo waren dus deze ware dingen bezield, die andere echter onbezield; waaruit men kan weten dat de ware dingen van de mens zich gedragen naar de staat van het leven van eenieder. De ware dingen die door de zonen van Jakob worden uitgebeeld, zijn nog niet de geestelijke ware dingen, omdat die nog niet van het leven zijn geworden; maar de ware dingen die door hen als de zonen van Israël worden uitgebeeld, zijn geestelijk, omdat zij hierdoor, omdat zij van het leven zijn geworden, zijn doordrenkt met het goede van de liefde en van de naastenliefde; deze ware dingen worden hier verstaan, omdat nu gehandeld is over de inwijding tot de verbinding van de ware dingen in het natuurlijke, die de zonen van Jakob zijn, met het innerlijk goede, dat Jozef is, door het bemiddelende, dat Benjamin is en ook door het geestelijk goede dat Israël is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5819

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5819. En onze vader zei; dat dit het bemerken betekent vanuit het geestelijk goede, staat vast uit de betekenis van zeggen in de historische zaken van het Woord, namelijk het doorvatten, waarover meermalen eerder; en uit de uitbeelding van Israël, die hier de vader is, namelijk het geestelijk goede, nrs. 3654, 4286, 4598.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl