Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6444

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6444. Dit zijn de dingen die met Benjamin worden aangeduid; maar wie kan zonder de innerlijke zin zeggen wat deze dingen behelzen, die van hem worden gezegd, zoals dat hij een wolf is, dat hij in de morgen zal grijpen, dat hij de buit zal eten en dat hij aan de avond de prooi zal verdelen; deze dingen zouden geheel en al verborgen zijn indien de innerlijke zin ze niet onthulde; zodanig zijn zeer vele dingen bij de profeten, waarvan, indien zij vanuit de letter worden beschouwd, er weinige worden verstaan; maar zij worden alle verstaan indien zij vanuit de innerlijke zin worden beschouwd. Hieruit kan nu klaarblijkend vaststaan dat met de zonen van Jakob en met de naar hen genoemde stammen, zulke dingen worden aangeduid die van de Kerk en van het rijk van de Heer zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3056

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3056. Dat de woorden ‘tegen de avondtijd’ de toen meer duistere staat betekenen, blijkt uit de betekenis van de tijd, te weten de staat, waarover de nrs. 2625, 2788, 2837;

en uit de betekenis van de avond, namelijk het duistere; want de avond betekent in het Woord de staat, die voorafgaat aan de laatste staat van een Kerk die ten ondergaat; de laatste staat wordt nacht genoemd en ook betekent dit de eerste staat van de verrijzende Kerk, die morgen wordt genoemd, zie nr. 2323; in beide zinnen is dit het duistere, wat door de avond wordt aangeduid; hier echter het duistere, dat de morgen voorafgaat.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl