Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5937

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5937. En Farao zei tot Jozef; dat dit de doorvatting betekent van het natuurlijke vanuit het innerlijk hemelse, staat vast uit de betekenis van zeggen in de historische dingen van het Woord, namelijk het doorvatten, waarover meermalen eerder; uit de uitbeelding van Farao, namelijk het natuurlijke in het algemeen, nrs. 5160, 5799;

en uit de uitbeelding van Jozef, namelijk het innerlijk hemelse, nrs. 5869, 5877; omdat het hemelse dat Jozef uitbeeldt, innerlijk is en het natuurlijke dat Farao uitbeeldt, uiterlijk is, is daarom het doorvatten van het natuurlijke vanuit het innerlijk hemelse; alle doorvatting immers is vanuit het innerlijke; nooit is er enige doorvatting van het innerlijke vanuit het uiterlijke; waarvandaan immers de invloeiing is, daarvandaan is de doorvatting. Wat doorvatten is dat zo vaak wordt genoemd, moet hier in het kort worden gezegd; bij elk mens is het vermogen om te doorvatten of iets zo is ofwel niet zo is; het vermogen om van binnen in zichzelf of in zijn gemoed te concluderen, maakt dat de zaak wordt doorvat; dit vermogen is nooit bestaanbaar tenzij er invloeiing vanuit de geestelijke wereld is; in deze gave munt de ene mens boven de andere uit; zij die minder uitmunten, zijn diegenen die slechts weinig binnen in zich of in hun gemoed concluderen en dan doorvatten, maar die zeggen dat iets zo is omdat anderen in wie zij geloof hebben, dat zo gezegd hebben; maar zij die meer uitmunten, zijn diegenen die niet vanuit anderen maar vanuit zich zien dat iets zo is; toch is de doorvatting die bij elk mens is, er een in wereldse dingen, niet echter heden ten dage bij iemand in geestelijke dingen; de oorzaak hiervan is deze dat het geestelijke dat invloeit en de doorvatting maakt, verduisterd en bijna uitgeblust is door de verkwikkingen van de liefde van de wereld en van zich; daarom bekommeren zij zich ook niet om de geestelijke dingen dan alleen voor zover uit plicht en gewoonte; indien de vrees vanuit de plicht en de verkwikking vanuit gewoonte werd weggenomen, zouden zij die dingen afwijzen, verafschuwen, ja zelfs loochenen; om geestelijke dingen te kunnen doorvatten, moet men in de aandoening van het ware vanuit het goede zijn en aanhoudend verlangen de ware dingen te weten; vandaar wordt iemands verstandelijke verlicht en wanneer het verstandelijke is verlicht, wordt het hem gegeven van binnen in zich te doorvatten; maar degene die niet in de aandoening van het ware is, weet dat, waarvan hij weet dat het zo is, uit de leerstellingen van de Kerk waaraan hij geloof hecht en omdat een priester, een presbyter of een monnik heeft gezegd dat iets zo is. Hieruit kan vaststaan wat doorvatten is en dat dit bestaat in de wereldse, maar niet in geestelijke dingen; wat nog hieruit blijkt dat eenieder blijft in het dogma waarin hij geboren is, ook zij die als joden zijn geboren, en ook diegenen die buiten de Kerk zijn, hoewel zij binnen haar leven; en eveneens zouden degenen die in een ketterij zijn, indien hun de eigenlijke ware dingen zelf werden gezegd en die eveneens werd bevestigd, toch niet in het minst doorvatten dat het ware dingen zijn, zij zouden aan hen als valse dingen verschijnen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5160

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5160. Op de dag van Farao’s geboorte; dat dit betekent toen het natuurlijke werd wederverwekt, staat vast uit de betekenis van geboren worden, namelijk wederverwekt worden, waarover hierna; en uit de uitbeelding van Farao, namelijk het innerlijk natuurlijke, nrs. 5080, 5095, hier het natuurlijke in het algemeen, omdat het innerlijk natuurlijke en het uiterlijk natuurlijke bij de wederverwekten als een handelen door overeenstemming. Dat geboren worden is wederverwekt worden, komt omdat in de innerlijke zin de geestelijke dingen worden verstaan en het geestelijk geboren worden is de wederverwekking die ook wedergeboorte wordt genoemd; waarom wanneer in het Woord van geboorte wordt gesproken, in de hemel geen andere geboorte wordt verstaan dan die welke plaatsvindt door water en geest, dat wil zeggen, door het geloof en de naastenliefde; want daardoor dat hij wordt wedergeboren of wederverwekt, wordt een mens waarlijk mens en geheel en al onderscheiden van de redeloze dieren; dan immers wordt hij een zoon en een erfgenaam van het rijk van de Heer. Dat met de geboorten die in het Woord worden vermeld, geestelijke geboorten worden aangeduid, zie de nrs. 1145, 1255, 3860, 3868, 4070, 4668.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6115

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6115. En Jozef deed het zilver komen tot Farao’s huis; dat dit betekent dat dit alles werd betrokken op het algemene in het natuurlijke, staat vast uit de betekenis van doen komen, namelijk betrekken op en binnenleiden; uit de betekenis van het zilver, namelijk het ware en aanwendbare wetenschappelijke, nr. 6112;

en uit de uitbeelding van Farao, namelijk het natuurlijke in het algemeen, nr. 5160, 5799, 6015;

vandaar is het huis van Farao het algemene in het natuurlijke, omdat dit alles daar in de samenvatting is. Dat de ware en de aanwendbare wetenschappelijke dingen betrokken worden op het algemene, daarover moet men weten dat alle wetenschappelijke dingen en ook alle ware dingen, onverschillig welke die zijn, om iets te zijn, op het algemene betrokken moet worden en gesteld en samengehouden moeten worden in het algemene en onder het algemeen gezamenlijke; indien dit niet plaatsvindt, worden die terstond verstrooid; opdat immers de wetenschappelijke dingen en de ware dingen iets zijn, moet daarover een vorm worden aangebracht waarin zij elkaar wederzijds zullen beogen, wat niet kan plaatsvinden tenzij zij onder een algemene worden vergezelschapt; en daarom is het het algemene dat ze in een vorm samenhoudt en maakt dat elk daarin zijn hoedanige heeft; het algemene zelf moet ook tezamen met andere algemene dingen in betrekking worden gebracht onder meer algemene dingen en de meer algemene dingen weer onder het meest algemene; anders zouden ook de algemene dingen, maar ook de meer algemene dingen verstrooid worden. Het meest algemene universele waar vanuit alle dingen worden samengehouden, is de Heer Zelf en datgene wat samenhoudt is het uit Hem voortgaande Ware; de meer algemene dingen zijn de algemene gezelschappen in de geestelijke wereld waarin het Goddelijk Ware invloeit en deze in het algemeen van elkaar onderscheidt; de algemene dingen zijn de minder algemene gezelschappen, onder elk meer algemeen gezelschap; de meer algemene gezelschappen zijn het waarmee de leden, organen en ingewanden in de mens overeenstemmen; deze zijn door een wonderbaarlijke samenschakeling in zo’n vorm dat zij elkaar wederzijds beogen en elkaar dus wederzijds samenhouden en zich ook als één vertonen. In de mens is het meest algemeen universele dat de afzonderlijke dingen samenhoudt, de ziel, dus is het eveneens het uit de Heer voortgaande Goddelijk Ware, want dit vloeit aanhoudend in en maakt dat de ziel zodanig is. Het is het uit de Heer voortgaande Goddelijk Ware dat het Woord wordt genoemd, waardoor alle dingen zijn geschapen, (Johannes 1:1-3) of waardoor alle dingen zijn ontstaan, dus waardoor alle dingen blijven bestaan. Dat alle dingen in de algehele natuurlijke wereld onder een algemene zijn en de afzonderlijke dingen onder het hunne en dat zij anders niet kunnen blijven bestaan, zal degene die op die dingen in de natuur acht wil slaan, klaarblijkend duidelijk worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl