Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5561

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5561. Het werd getoond hoe weinig geestelijk leven diegenen in zich hebben die op de beenderen betrekking hebben; andere geesten spreken door hen en zij zelf weten slechts weinig wat zij zeggen, niettemin spreken zij, terwijl zij alleen daarin hun verkwikking vinden. In een zodanige staat worden diegenen gebracht die een boos leven hebben geleid en toch enige overblijfselen van het goede in zich opgeborgen hebben gehad; deze overblijfselen maken dat weinige geestelijke leven, na verwoestingen van verscheidene eeuwen; wat de overblijfselen zijn, nrs. 468, 530, 561, 660, 1050, 1738, 1906, 2284, 5135, 5342, 5344. Er werd gezegd dat zij slechts weinig geestelijk leven hebben; onder het geestelijk leven wordt dat leven verstaan dat de engelen in de hemel hebben; tot dit leven wordt de mens in de wereld binnengeleid door de dingen die van het geloof en van de naastenliefde zijn; de aandoening zelf van het goede dat van de naastenliefde is en de aandoening van het ware dat van het geloof is, is het geestelijk leven; zonder deze is het leven van de mens een natuurlijk, werelds, lichamelijk en aards leven, dat niet het geestelijk leven is, indien dat daar niet in is, maar dat is een leven zodanig als de dieren in het algemeen hebben.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5344

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5344. Hetwelk rondom haar was, gaf hij in het midden van haar; dat dit betekent dat het de dingen die eerder in het uiterlijk natuurlijke waren, opborg in de innerlijke dingen van het innerlijk natuurlijke, staat vast uit de betekenis van rondom, namelijk de dingen die buiten zijn, dus die in het uiterlijk natuurlijke zijn; en uit de betekenis van het midden, namelijk de dingen die binnen zijn, nrs. 1074, 2940, 2973, dus die in het innerlijk natuurlijke zijn; dat in het midden van haar of van de stad is in de innerlijke dingen van het innerlijk natuurlijke, komt omdat met de stad de innerlijke dingen worden aangeduid, nrs. 5297, 5342.

De innerlijke dingen van het innerlijk natuurlijke zijn die dingen daar die geestelijk worden genoemd en de geestelijke dingen daar zijn die dingen die uit het licht van de hemel zijn, vanuit welk licht die dingen daar worden verlicht die uit het licht van de wereld zijn en die eigenlijk de natuurlijke dingen worden genoemd; in de geestelijke dingen daar zijn de aan het goede aangebonden ware dingen opgeborgen; de geestelijke dingen daar zijn die welke overeenstemmen met de gezelschappen van engelen die in de tweede hemel zijn; met deze hemel heeft de mens gemeenschap door de overblijfselen; het is deze hemel die wordt geopend wanneer de mens wordt wederverwekt en het is deze hemel die wordt gesloten wanneer de mens zich niet laat wederverwekken; de overblijfselen immers of de in de innerlijke dingen opgeborgen ware en goede dingen zijn niets anders dan de overeenstemmingen met de gezelschappen van die hemel.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl