Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #476

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

476. Het is al eerder gezegd en aangetoond, dat met man en vrouw het huwelijk tussen geloof en liefde wordt aangeduid, namelijk dat het mannelijke of de man het verstand betekent; en wat met het verstand te maken heeft, heeft alles met het geloof te maken; en dat de vrouw de wil betekent, of wat met de wil te maken heeft; heeft alles met de liefde te maken, waarom zij ook Eva genoemd werd, naar het leven dat enkel en alleen van de liefde komt. Daarom wordt door de vrouw ook de Kerk aangeduid, zoals eveneens eerder is aangetoond, en door het mannelijke de man van de Kerk. Hier nu wordt gehandeld over de staat van de Kerk toen zij geestelijk was en spoedig daarop hemels werd, waarom het mannelijke voorafgaat, juist zoals in hoofdstuk, (Genesis 1:26, 27). Het woord scheppen heeft ook betrekking op de geestelijke mens; maar kort daarop, wanneer het huwelijk tot stand is gekomen, of de Kerk hemels is geworden, wordt niet meer man en vrouw, maar Mens gezegd, die beiden tezamen betekent krachtens het huwelijk: daarom volgt vlak daarop: en Hij noemde hun naam Mens’, waarmee de Kerk wordt aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Genesis 1:26-27

Studie

  

26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.

27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.