Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8177

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

8177. vers 15-18. En Jehovah zei tot Mozes: Wat roept gij tot Mij; spreek tot de zonen Israëls en laten zij voorttrekken. En gij, hef uw stok op en strek uw hand uit over de zee en klief dezelve en laten de zonen Israëls in het midden van de zee in het droge. En Ik, zie, Ik ben verhardende het hart van de Egyptenaren en zij zullen komen achter hen en Ik zal verheerlijkt worden in farao en in al zijn leger, in zijn wagens en in zijn ruiters. En de Egyptenaren zullen weten dat Ik Jehovah ben, in Mijn verheerlijkt worden in farao, in zijn wagens en in zijn ruiters.

En Jehovah zei tot Mozes, betekent de vermaning; wat roept gij tot Mij, betekent dat tussenkomst niet nodig is; spreek tot de zonen Israëls; betekent de invloeiing en de doorvatting; en laten zij voorttrekken, betekent het aanhoudend opeenvolgende totdat zij zijn voorbereid; en gij, hef uw stok op, betekent de macht van het Goddelijk Ware; strek uw hand uit over de zee, betekent de heerschappij over de macht waar de hel van het valse vanuit het boze is; klief dezelve, betekent de verstrooiing van het valse daaruit; en laten zij de zonen Israëls komen in het midden van de zee in het droge, betekent opdat zij die van de geestelijke Kerk zijn, veilig en zonder invloeiing van het valse doorgaan; en Ik, zie, Ik ben verhardende het hart van de Egyptenaren, betekent de halsstarrigheid van het valse vanuit het boze; en zij zullen komen achter hen, betekent het streven van geweld aan te doen door de invloeiing van het valse uit het boze; en Ik zal verheerlijkt worden in farao en in al zijn leger en in zijn wagens en in zijn ruiters, betekent dat zij de uitwerking zullen zien van de verstrooiing van het valse en de redeneringen uit het Goddelijk Goede van het Goddelijk Menselijke van de Heer; en de Egyptenaren zullen weten, dat Ik Jehovah ben, betekent opdat het bekend zal zijn dat alleen de Heer God is en behalve Hij geen ander; in Mijn verheerlijkt worden in farao, in zijn wagens en in zijn ruiters, betekent, zoals eerder, uit hoofde hiervan dat zij de uitwerking zullen zien van de verstrooiing van het valse en van de leerstellingen ervan en van de redeneringen, uit de Heer alleen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl