Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3637

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3637. Met betrekking tot de mens is de Grootste Mens de gezamenlijke hemel van de Heer, maar in de hoogste zin is de Grootste Mens de Heer alleen, want uit Hem komt de hemel voort en met Hem stemmen alle dingen overeen die daar zijn. Aangezien het menselijk geslacht door een leven van het boze en de daaruit voortvloeiende overredingen van het valse geheel en al ontaard was geworden en aangezien toen de lagere dingen bij de mens begonnen te heersen over zijn hogere dingen, of de natuurlijke dingen over de geestelijke dingen, zodat Jehovah of de Heer niet langer door de Grootste Mens, dat wil zeggen, door de hemel, kon invloeien en die dingen in orde brengen, volgde daaruit de noodzakelijkheid van de Komst van de Heer in de wereld, om op deze wijze het menselijke aan te trekken en dit Goddelijk te maken en door middel daarvan de orde te herstellen, opdat de gezamenlijke hemel op Hem betrekking zou hebben als op de Enige Mens en met Hem alleen zou overeenstemmen; waarbij diegenen die zich in het boze en vandaar in het valse bevonden, onder de voeten, dus buiten de Grootste Mens, geworpen waren. Vandaar wordt van hen die in de hemelen zijn gezegd, dat zij in de Heer zijn, ja zelfs in Zijn Lichaam; want de Heer is het al van de hemel, in Wie allen en eenieder daar hun gebieden en ambten worden toegewezen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl