4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

3970. Verses 25-26 And it happened, when Rachel had borne Joseph, that Jacob said to Laban, Send me away and let me go to my own place and to my own land. Give me my womenfolk and my children for whom I have served you, and let me go; for you know my service with which I have served you.

'It happened, when Rachel had borne Joseph' means acknowledgement of the spiritual represented by Joseph. 'That Jacob said to Laban' means the good of natural truth turned to the parallel good from a Divine origin, by means of which good interior things are joined together. 'Send me away and let me go to my own place and to my own land' means that at that time there was in the natural represented by Jacob a strong desire to arrive at a state in which it would be joined to everything Divine in the Rational. 'Give me my womenfolk' means that the affections for truth belonged to that natural. 'And my children' means as did the truths born from those affections. 'For whom I have served you' means from His own power. 'And let me go' means to be joined to everything Divine in the Rational. 'For you know my service with which I have served you' means toil and endeavour from His own power.