Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4298

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6943

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

6943. En Mozes antwoordde en hij zei; dat dit de gedachte uit de Goddelijke Wet betekent, staat vast uit de betekenis van antwoorden en zeggen, namelijk de gedachte; dingen immers die in de historische zin van de letter worden uitgedrukt door uiterlijke dingen, betekenen in de innerlijke zin innerlijke dingen; want de geestelijke dingen die van de hemel zijn, kunnen zich nooit anders aan de mensen vertonen; want de mens vat de naakte geestelijke dingen niet, noch kunnen die met de woorden van de menselijke spraak worden uitgedrukt; daarom zijn de geestelijke door overeenstemmende natuurlijke dingen beschreven en zo aan de mens gegeven; zo is dus het Woord de mens in de natuurlijke wereld van dienst; en verder ook de mens in de geestelijke wereld; vandaar de vergemeenschapping van de hemel met de mens en de verbinding; en uit de uitbeelding van Mozes, namelijk de Heer ten aanzien van de Goddelijke Wet, nr. 6752.

Daaruit blijkt dat met ‘Mozes antwoordde en hij zei’ de gedachte uit de Goddelijke Wet wordt aangeduid.

De gedachte uit de Goddelijke Wet is het denken vanuit het Ware uit het Goddelijke, hier daarover dat de zonen Israëls niet zullen geloven, indien zij niet tekenen en wonderen zien.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl