Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4297

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4297. En hij zegende hem aldaar; dat dit de verbinding met het Goddelijk hemels geestelijke betekent, staat vast uit de betekenis van zegenen, namelijk de verbinding, nrs. 3504, 3514, 3565, 3584;

dat het de verbinding met het Goddelijk hemels geestelijke is, staat vast uit wat eerder over Jakob voorafgaat, namelijk dat hij Israël werd genoemd, want door Israël wordt de Heer uitgebeeld ten aanzien van het Goddelijk hemels geestelijke, nr. 4286; wat het hemels geestelijke is, zie ook daar.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

De Bijbel

 

Genesis 26:18-22

Studie

      

18 Als nu Izak wedergekeerd was, groef hij die waterputten op, die zij ten tijde van Abraham, zijn vader, gegraven, en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt hadden; en hij noemde derzelver namen naar de namen, waarmede zijn vader die genoemd had.

19 De knechten van Izak dan groeven in dat dal, en zij vonden aldaar een put van levend water.

20 En de herders van Gerar twistten met Izaks herders, zeggende: Dit water hoort ons toe! Daarom noemde hij de naam van die put Esek, omdat zij met hem gekeven hadden.

21 Toen groeven zij een andere put, en daar twistten zij ook over; daarom noemde hij deszelfs naam Sitna.

22 En hij brak op van daar, en groef een andere put, en zij twistten over dien niet; daarom noemde hij deszelfs naam Rehoboth, en zeide: Want nu heeft ons de HEERE ruimte gemaakt, en wij zijn gewassen in dit land.