Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #370

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

370. En Jehovah zei tot Kaïn: Waar is Abel, uw broeder? En hij zei: Ik weet het niet, ben ik mijns broeders hoeder? Jehovah zei tot Kaïn, betekent een zekere gewaarwording van binnen uit, welke ten aanzien van de naastenliefde, of Abel zijn broeder, een innerlijke stem liet horen; dat hij zei:

‘Ik weet het niet, ben ik mijns broeders hoeder’, betekent, dat hij de naastenliefde, waaraan hij niet dienstbaar wilde zijn, teniet deed, en dat hij dus zo alles wat tot de naastenliefde behoorde, geheel en al verwierp. Van dien aard is hun leer geworden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1442

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1442. Dat ‘tot aan het eikenbos Moreh’ de eerste innerlijke gewaarwording betekent, kan ook uit de orde blijken; het is duidelijk dat de Heer innerlijke gewaarwording kreeg zodra Jehovah aan Hem in Zijn hemelse dingen verscheen; uit de hemelse dingen komt alle innerlijke gewaarwording voort. Wat innerlijke gewaarwording is, is al eerder gezegd en aangetoond in de nrs. 104, 202, 371, 483, 495, 503, 521, 536, 865. Eenieder ontvangt, wanneer hij tot de hemelse dingen komt, innerlijke gewaarwording van de Heer; zij die hemelse mensen werden, zoals die van de Oudste Kerk, ontvingen allen innerlijke gewaarwording, wat eerder is aangetoond in de nrs. 125, 597, 607, 784, 895. Zij die geestelijke mensen worden, dat wil zeggen, die van de Heer naastenliefde ontvangen, hebben iets dat met innerlijke gewaarwording overeenkomt, of een inspraak van het geweten, welke meer of minder helder is, al naar zij meer of minder in de hemelse dingen van de naastenliefde zijn. De hemelse dingen van de naastenliefde brengen dat met zich mee, want in deze dingen alleen is de Heer tegenwoordig, en in deze verschijnt Hij de mens. Hoeveel te meer moest dit het geval zijn bij de Heer, die van kindsbeen af naar Jehovah voortschreed, en met Hem verbonden en verenigd werd, zodat zij één waren.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl