Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #36

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

36. Zij die het geloof van de liefde gescheiden hebben, weten zelfs niet eens wat geloof is. Wanneer zij aan geloof denken, weten sommigen niet anders dan dat het een overdenken is, en anderen dat het een denken over de Heer is; weinigen dat het de leer van het geloof is. Geloof is echter niet slechts het weten van alle dingen, welke de leer van het geloof behelst en de erkenning daarvan, maar bovenal de gehoorzaamheid aan alle dingen die zij leert. Het eerste wat zij leert en waaraan men moet gehoorzamen, is de liefde tot de Heer en de liefde tot de naaste: wie niet in die liefde is, is niet in het geloof, hetgeen de Heer zo duidelijk leert, dat daar geen twijfel over kan bestaan, zoals bij Markus:

‘Het eerste van alle geboden is: Hoor Israël, de Heer onze God is een enig Heer; daarom zult gij de Heer uw God liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw gemoed en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede hieraan gelijk, is dit: Gij zult uw naasten liefhebben als uzelf. Daar is geen ander gebod groter dan deze’, (Markus 11:28-35).

Bij Mattheüs noemt Hij dat het eerste en grote gebod, en zegt:

‘Aan deze geboden hangt de wet en de profeten’, (Mattheüs 22:34-39). De wet en de profeten zijn de gehele Leer en het gehele Woord.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2035

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

2035. Dat ‘in hun geslachten’ de dingen betekenen die tot het geloof behoren, blijkt uit de betekenis van de geslachten en geboorten, wat de dingen zijn die tot het geloof behoren, waarover in de nrs. 613, 1145, 1255, verder ook dat de dingen die tot de liefde en tot het geloof behoren, zich verhouden als de bloed- en aanverwantschappen van de geslachten, zie nrs. 685, 917.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1048

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1048. Dat de woorden ‘en de boog zal gezien worden in de wolk’ betekenen, wanneer de mens nochtans van dien aard is, dat hij kan worden wedergeboren, blijkt uit de betekenis van de boog in de wolk, welke, zoals eerder gezegd, het teken of de aanwijzing van de wedergeboorte is. Met de boog is het verder zo gesteld: van welke aard de mens is, of van de ziel na de dood van het lichaam, wordt terstond gekend, door de Heer van alle eeuwigheid af, en ook van welke aard hij zal zijn in eeuwigheid; door de engelen wordt terstond, zodra hij aankomt, waargenomen, van welke aard hij is; er is een zekere sfeer, welke als het ware van zijn inborst of van elk van de dingen die bij hem zijn, uitstroomt; en, wat wonderlijk is, deze sfeer is van dien aard, dat daaraan kan worden waargenomen, welk geloof hij heeft, en welke naastenliefde. Deze sfeer is het, welke, wanneer het de Heer zo behaagt, zichtbaar wordt door een boog. Over deze sfeer zal, door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, in hetgeen volgt gehandeld worden. Hieruit kan blijken, wat hier wordt aangeduid door de boog wanneer hij wordt gezien in de wolk namelijk, wanneer de mens van dien aard is, dat hij kan worden wedergeboren.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl