Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3199

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3199. Dat de woorden ‘en ziet, de kamelen kwamen’ betekenen, gericht op de algemene wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, blijkt uit de betekenis van de kamelen, namelijk de algemene wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, waarover de nrs. 3048, 3071;

de aandacht was daarop gericht, omdat het ware daar vandaan verwacht werd, zoals blijkt uit wat eerder in dit hoofdstuk herhaaldelijk gezegd is en aangetoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3071

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3071. Dat de woorden ‘en ik zal ook uw kamelen drenken’ de daaruit voortvloeiende verlichting van alle wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens betekenen, blijkt uit de betekenis van de kamelen, namelijk de algemene wetenschappelijke dingen, dus deze dingen in het algemeen of alle, waarover eerder in nr. 3048;

en uit de betekenis van drenken, namelijk verlichten; dat water putten onderrichten is, werd eerder in nr. 3058 aangetoond; dus wil drenken zeggen: verlichten; want de verlichting komt door onderricht.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #774

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

774. Dat door het wilde dier naar zijn aard, al het geestelijk goede, door het beest naar zijn aard, al het natuurlijk goede, door het kruipend gedierte, dat op de aardbodem kruipt, al het zinnelijk en lichamelijk goede wordt aangeduid, is eerder gezegd en aangetoond in de nrs. 45, 46, 142, 143, 246.

Dat echter het wilde dier het geestelijk goede betekent, kan op het eerste gezicht wel schijnen, alsof het niet zo was, maar het kan blijken uit de volgorde van de dingen, doordat eerst wordt gezegd ‘zij’, dat wil zeggen: de mens van de Kerk, daarna het wilde dier, voorts het beest, tenslotte het kruipend gedierte, vandaar dat het wilde dier iets waardigers en voortreffelijkers insluit dan het beest; dit komt, omdat dit woord in de Hebreeuwse taal ook een levend wezen betekent, waarin een levende ziel is; dus betekent het hier ook niet een wild dier maar een levend wezen, waarin een levende ziel is; want het is hetzelfde woord. Dat door levende wezen, beesten en kruipend gedierte, dat over de aarde kruipt, de dingen van de wil worden aangeduid, is eerder gezegd en aangetoond, en zal nog verder worden aangetoond in hetgeen volgt over de vogels.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl