Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3199

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3199. Dat de woorden ‘en ziet, de kamelen kwamen’ betekenen, gericht op de algemene wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, blijkt uit de betekenis van de kamelen, namelijk de algemene wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, waarover de nrs. 3048, 3071;

de aandacht was daarop gericht, omdat het ware daar vandaan verwacht werd, zoals blijkt uit wat eerder in dit hoofdstuk herhaaldelijk gezegd is en aangetoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3071

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3071. Dat de woorden ‘en ik zal ook uw kamelen drenken’ de daaruit voortvloeiende verlichting van alle wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens betekenen, blijkt uit de betekenis van de kamelen, namelijk de algemene wetenschappelijke dingen, dus deze dingen in het algemeen of alle, waarover eerder in nr. 3048;

en uit de betekenis van drenken, namelijk verlichten; dat water putten onderrichten is, werd eerder in nr. 3058 aangetoond; dus wil drenken zeggen: verlichten; want de verlichting komt door onderricht.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4748

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4748. En hun kamelen droegen specerijen en hars en stacte; dat dit de innerlijke natuurlijke ware dingen betekenen, staat vast uit de betekenis van kamelen, namelijk in het algemeen de dingen die van de natuurlijke mens zijn, en de geestelijk mens van dienst zijn en in het bijzonder de algemene wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, nrs. 3048, 3071, 3114, 3143, 3145, 4156;

en uit de betekenis van de specerijen, de hars en de stacte, namelijk de innerlijke natuurlijke ware dingen die daar met het goede zijn verbonden, waarover hierna.

Bij de Ouden werd in hun gewijde eredienst van zoetgeurige en welriekende producten gebruikgemaakt, vandaar hun wierook en reukwerken; eendere dingen werden ook gemengd met oliën waarmee zij werden gezalfd; maar heden ten dage weet men niet meer vanwaar dit kwam; de oorzaak hiervan is deze dat men in het geheel niet weet dat de dingen die in de eredienst bij de Ouden waren, hun oorsprong ontleenden aan geestelijke en hemelse dingen die in de hemelen zijn en dat die daarmee overeenstemden; de mens heeft zich dermate daarvan verwijderd en zich in de natuurlijke, wereldse en lichamelijke dingen ondergedompeld, dat hij in het duister is en velen in het ontkennende zijn dat er enig geestelijke en hemelse is. Dat wierook en reukwerken in de gewijde dingen bij de Ouden werden gebruikt, komt daarvandaan dat de geur overeenstemt met doorvatting, de welriekende geur zoals van verschillende soorten specerijen, met een welgevallige en aangename doorvatting, zodanig als de doorvatting van het ware vanuit het goede of van het geloof vanuit de naastenliefde is, ja zelfs is de overeenstemming zodanig, dat de doorvattingen zelf in het andere leven, zo vaak het de Heer behaagt, in geuren worden veranderd, zie de nrs. 925, 1514, 1517-1519, 3577, 4624-4634, waar hierover uit ondervinding is meegedeeld. Wat hier in het bijzonder de specerijen, de hars en de stacte betekenen, kan vaststaan uit andere plaatsen waar zij worden genoemd; in het algemeen betekenen zij die innerlijke ware dingen in het natuurlijke, maar die welke vanuit het goede daar zijn; want op zichzelf doen de ware dingen dat niet, maar het is het goede door de ware dingen. Vandaar gedragen zich de verscheidenheden volgens het hoedanige van het met het goede verbonden ware, bijgevolg volgens het hoedanige van het goede, want het goede heeft zijn hoedanige uit de ware dingen. Omdat met Gilead het uiterlijk goede wordt aangeduid zodanig als dat van de zinlijke dingen is, en dat het wellustige wordt genoemd, nrs. 4117, 4124 en met Egypte in de goede zin de wetenschappelijke dingen worden aangeduid, die de uiterlijke ware dingen van de mens zijn, die met dat goede overeenstemmen of daarmee samenstemmen, nr. 1462, wordt daarom daarmee, dat de Ismaëlieten uit Gilead op kamelen die specerijen brachten naar de wetenschappelijke dingen die met Egypte worden, aangeduid waarover hierna. Innerlijke ware dingen zijn gevolgtrekkingen vanuit de uiterlijke ware dingen of de wetenschappelijke dingen; de wetenschappelijke dingen immers van de natuurlijke mens zijn de middelen die van dienst zijn om gevolgtrekkingen te maken en zo het gezicht te krijgen op de innerlijke dingen, eender zoals iemand het gezicht krijgt op de gezindheid van een ander in zijn gelaatstrekken en in de trilling van het licht van zijn ogen en in het leven van de klank bij zijn spreken en van de gebaren bij zijn handelen. Omdat het zulke ware dingen zijn waardoor het natuurlijke van de mens vervolmaakt en eveneens verbeterd wordt, wordt er daarom genezing toegeschreven aan de specerijen van deze soort, zoals aan de hars, bij Jeremia:

‘Is er geen balsemieke hars in Gilead, is er geen heelmeester daar; waarom klimt de gezondheid Mijns volks niet op’, (Jeremia 8:22).

Bij dezelfde:

‘Klim op tot Gilead en neem hars, maagd dochter van Egypte; tevergeefs hebt gij de medicijnen vermenigvuldigd, er is geen heling voor u’, (Jeremia 46:11).

Bij dezelfde:

‘Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt hars voor de smart, misschien zal zij worden genezen’, (Jeremia 51:8). Dat eendere dingen geestelijke dingen betekenen, blijkt duidelijk bij Johannes:

‘De kooplieden der aarde zullen wenen en klagen over Babel, omdat niemand hun koopwaren meer koopt; koopwaren van goud en van zilver en van kostbare steen en paarlen en van fijn lijnwaad en van purper en van zijde en van scharlaken en alle thyinehout en alle ivoren vat en alle vat uit het kostbaarste hout en uit brons, en uit ijzer en uit marmer en kaneel en reukwerk en zalven en wierook en wijn en olie en meelbloem en tarwe en lastdieren en schapen en paarden en koetswagens en lichamen en zielen van mensen’, (Openbaring 18:11-13). Deze dingen waren nooit zo in het bijzonder opgesomd als ze niet elk afzonderlijk zulke dingen betekenden als in het rijk van de Heer en in Zijn Kerk zijn; anders zouden het woorden zijn van geen belang. Dat met Babel diegenen worden aangeduid die alle eredienst van de Heer hebben omgebogen tot de eredienst van zich, is bekend en zo diegenen die in een profaan innerlijke zijn wanneer zij in een heilig uiterlijke zijn; en daarom worden met hun koopwaren de dingen aangeduid die zij ter wille van de eredienst van zichzelf met ijver en kunstvaardigheid hebben uitgevonden en de leerstellige dingen en de erkentenissen van het goede en ware vanuit het Woord, die zij ten eigen gunste hebben verdraaid; dus met de afzonderlijke dingen die daar worden vermeld, zulke dingen in het bijzonder; en met de kaneel, met het reukwerk, de zalven en de wierook, de ware dingen die vanuit het goede zijn, maar bij hen de verdraaide ware dingen en de valse dingen vanuit het boze. Eender de dingen die over de koopwaren van Tyrus worden vermeld bij Ezechiël:

‘Jehudah en het land Israëls waren uw kooplieden in tarwe van Minnith en Pannag, in honing en olie en hars voorzagen zij uw handel’, (Ezechiël 27:17);

hier wordt eveneens met hars het ware vanuit het goede aangeduid; voor hem die niet gelooft in de innerlijke zin van het Woord, zullen al die dingen holle woorden zijn en dus vaten waarin van binnen niets is, terwijl daarin toch Goddelijke, hemelse en geestelijke dingen zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl