10221. De helft van een sikkel, in de sikkel der heiligheid; dat dit alle dingen van het ware vanuit het goede betekent, staat vast uit de betekenis van de helft, namelijk alle dingen en uit de betekenis van de sikkel, namelijk het ware vanuit het goede.
Dat de helft alle dingen is, komt omdat de helft van een sikkel tien gerahs of oboles was en met tien worden alle dingen aangeduid, nr. 4638 en eveneens de overblijfselen, nrs. 576, 1906, 1988, 2284, dus de waarheden en de goedheden die bij de mens in zijn innerlijk door de Heer zijn weggeborgen, nrs. 5135, 5342, 5897, 5898, 7560, 7564.
Dat de sikkel het ware vanuit het goede is, komt omdat de sikkel een gewicht van zilver en eveneens van goud was en met zilver wordt het ware aangeduid en met goud het goede.
Hoeveel echter van het ware vanuit het goede en van het goede door het ware, wordt bepaald door het getal van de gerahs of van de oboles van de sikkel en de sikkel op zichzelf als gewicht beschouwd is de hoeveelheid en wanneer er wordt gezegd ‘de sikkel der heiligheid’, dan is het de hoeveelheid van het ware en het goede, want het ware en het goede zijn de dingen die heilig worden genoemd, aangezien die uit de Heer zijn, Die alleen heilig is.
Meer over de sikkel en over de betekenis ervan zie nr. 2959.