3019. Dat de woorden ‘Abraham zei tot zijn knecht, de oudste van zijn huis’ de ordening en de invloeiing van de Heer betekenen in Zijn natuurlijke, hetgeen ‘de knecht, de oudste van het huis’ is, blijkt uit de betekenis van ‘zeggen’ hier, te weten bevelen, aangezien het tot een knecht is gericht; en aangezien er gehandeld wordt over de rangschikking van de dingen die in de natuurlijke mens zijn door het Goddelijke, betekent ‘zeggen’ ordenen en invloeien, want al wat gedaan wordt in de natuurlijke of uiterlijke mens, wordt geordend door de redelijke of innerlijke mens en vindt plaats door invloeiing. Dat ‘de knecht, de oudste van het huis’ het natuurlijke of de natuurlijke mens is, kan blijken uit de betekenis van de knecht, namelijk dat wat lager is en het hogere dient, of wat hetzelfde is, wat meer uiterlijk is en dient wat innerlijker is, zie de nrs. 2541, 2567. Alle dingen die tot de natuurlijke mens behoren, zoals wetenschappelijke dingen van elke soort, zijn niets anders dan dienstbare dingen, want zij zijn dienstbaar aan het redelijke, opdat dit evenwichtig kan denken en juist willen. Dat ‘de oudste van het huis’ de natuurlijk mens is, kan blijken uit wat hierna volgt.
Arcana Coelestia #490
490. Many times in the Word 'daughter' stands for goods, as in David,
Daughters of kings are among your precious ones, at your right hand stands the queen in the finest gold of Ophir. The daughter of Tyre is there with a gift. All glorious is the king's daughter within, in her clothing of gold embroidery. Instead of your fathers will be your sons. Psalms 45:9-16.
Here the good and beauty of love and faith are described as 'a daughter'. This is why Churches are called 'daughters', and especially by virtue of goods, for example, 'the daughter of Zion and the daughter of Jerusalem' in Isaiah 37:22, and frequently elsewhere. They are also called 'the daughters of [My] people' in Isaiah 22:4, 'the daughter of Tarshish' in Isaiah 23:10 'the daughter of Sidon' in Isaiah 23:10, and 'daughters in the field' in Ezekiel 26:6, 8.