Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2066

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

2066. Dat de woorden ‘en u ook uit haar een zoon geven’ het redelijke betekenen, blijkt uit de betekenis van de zoon, namelijk het ware, waarover in de nrs. 439, 491, 533, 1147;

en daar al het redelijke met het ware begint, wordt hier door de zoon het redelijke aangeduid. Het eerste redelijke van de Heer werd uitgebeeld en aangeduid door Ismaël, geboren uit Hagar de dienstmaagd, waarover in het vorige hoofdstuk nr. 16; het tweede redelijke, waarover hier wordt gehandeld, wordt door Izaäk uitgebeeld en aangeduid, die uit Sarah geboren zou worden. Het eerstgenoemde, namelijk het door Ismaël uitgebeelde, was het redelijke dat later uit huis verdreven werd; dit redelijke echter, dat door Izaäk wordt uitgebeeld, is datgene wat in huis bleef, daar het Goddelijk was. Maar over dit redelijke zal door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer in het volgende hoofdstuk, waar van Izaäk sprake is, gesproken worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #438

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

438. Vers 26. En ook aan Set werd een zoon geboren, en hij noemde hem Enos. Toen begon men de naam van Jehovah aan te roepen. Als gezegd, wordt met Seth het geloof, door middel waarvan de naastenliefde wordt ingeplant, aangeduid; met zijn zoon, wiens naam Enos is, de Kerk welke de naastenliefde tot de hoofdzaak van het geloof maakte; dat men toen de naam van Jehovah begon aan te roepen, betekent de godsverering van deze Kerk uit naastenliefde.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl