Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1504

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1504. Het is reeds gezegd, dat men in het andere leven bij de eerste nadering van iemand al weet, van welke aard hij is, ook al zegt hij niets; hieruit kan men zien, dat de innerlijke dingen van de mens in een zeker onbekende werkzaamheid zijn, en dat de aard van een geest daaraan wordt waargenomen. Dat dit zo is, kon hieruit blijken, dat de sfeer van deze werkzaamheid zich niet alleen in de lengte uitstrekt, maar zich ook soms, wanneer de Heer het toestaat, op verschillende wijze voelbaar openbaart.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9109

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

9109. Degenen die daarbij stonden, bemerkten daaruit hoedanig de uiterlijke of natuurlijke mens, gescheiden van de innerlijke, is wanneer hij komt in een geestelijke sfeer, die de sfeer van het leven van de innerlijke mens is – eenieder omgeeft een sfeer, die uitvloeit van het leven van zijn liefde, zie de nrs. 1048, 1053, 1316, 1504-1512, 4464, 5179, 6206, 7454 – namelijk dat hij waanzinnig is.

De oorzaak hiervan is, dat de natuurlijke mens gescheiden van de geestelijke, alleen uit de wereld wijs is en in het geheel niet uit de hemel; en degene die alleen uit de wereld wijs is, gelooft niets dan alleen dat wat de zinnen vatten; en dat wat hij gelooft, gelooft hij vanuit de begoochelingen van de zinnen, dus uit valsheden; vandaar komt het dat de geestelijke dingen voor hem niets zijn en wel dermate, dat hij nauwelijks verdraagt het geestelijke te horen noemen; vandaar komt het eveneens, dat hij niet vat wat de innerlijke mens is en vandaar niet gelooft dat hij er is, waarom zulke geesten waanzinnig zijn, wanneer zij in de geestelijke sfeer worden gehouden.

Anders is het wanneer zij in de wereld leven; dan denken zij natuurlijk over geestelijke dingen, òf zij keren het oor af, dat wil zeggen, zij horen en geven geen aandacht.

Dat zulke geesten pijn en blindheid hebben wanneer zij in de geestelijke sfeer worden geheven, zie nr. 8797.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl