Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #17

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

17. Hijzelf de Eerstgeborene vanuit de doden, betekent dat Hijzelf het Goddelijk Goede is.

Wat de eerstgeborene vanuit de doden is, weet nog niemand; en daarover wat het betekent, is door de Ouden geredetwist; het was hun bekend dat met het eerstgeborene wordt aangeduid het eerste en het primaire waar vanuit het al van de Kerk is; en door velen werd het geloofd dat het was het ware in leer en geloof, maar door weinigen dat het was het ware met de daad en met het werk, namelijk het goede van het leven; dat dit het eerste en primaire van de Kerk is en vandaar in de eigenlijke zin onder het eerstgeborene wordt verstaan, zal men zien; maar eerst zal gesproken worden over de mening van hen die hebben geloofd, dat het ware in leer en geloof het eerste en primaire van de Kerk is, dus het eerstgeborene; zij hebben dat geloofd, omdat dit het eerst wordt geleerd en omdat de Kerk Kerk wordt door het ware, maar toch niet eerder dan wanneer het ware van het leven wordt; daarvóór is het slechts in het denken van het verstand en het geheugen en niet in de daad van de wil en een ware dat niet het ware met de daad of met het werk is, leeft niet; het is slechts zoals een boom die weelderig uitspruit in takken en bladeren, zonder vrucht; en het is zoals een wetenschap zonder toepassing op een nut; en het is zoals het fundament waarop een huis wordt gebouwd, waarin men moet wonen; deze dingen zijn de eerste dingen naar de tijd, maar zij zijn niet de eerste dingen naar het einddoel; want de eerste dingen naar het einddoel zijn de primaire dingen; want het eerste naar het einddoel is het wonen in het huis en het eerste naar de tijd is het fundament; het eerste immers naar het einddoel is het nut en het eerste naar de tijd is de wetenschap; evenzo is het eerste naar het einddoel wanneer een boom wordt geplant, de vrucht, maar het eerste naar de tijd zijn de takken en de bladeren.

Iets eenders is het geval met het verstand, dat het eerst bij de mens wordt geformeerd, maar te dien einde, dat de mens dat wat hij met het verstand ziet, zal doen; anders is het verstand zoals een prediker, die goed leert maar boos leeft.

Bovendien wordt al het ware gezaaid in de innerlijke mens en wortelt in de uiterlijke; en daarom, indien het gezaaide ware niet in de uiterlijke mens wortelt, wat plaatsvindt door handelen, wordt het zoals een boom die geplaatst is niet ‘ín’ de grond, maar ‘daarop’ en die dus bij verwarming van de zonnehitte terstond verdort; deze wortel draagt de mens die de waarheden heeft gedaan, na de dood met zich mee, niet echter de mens die ze met het geloof alleen heeft gekend en erkend.

Omdat nu velen van de Ouden dat wat het eerste naar de tijd is, tot het eerste naar het einddoel, namelijk het primaire, hebben gemaakt, hebben zij daarom gezegd dat het eerstgeborene het ware naar leer en geloof in de Kerk betekende, omdat zij niet wisten dat dit schijnbaar het eerstgeborene is, maar niet daadwerkelijk.

Maar allen die het ware naar leer en geloof tot het primaire hebben gemaakt, zijn verdoemd geworden, omdat in dat ware niets van daad of van werk of niets van leven ligt; daarom is Kaïn, die de eerstgeborene van Adam en Eva was, verdoemd geworden; dat door hem het ware naar leer en geloof wordt aangeduid, zie het werk ‘de Wijsheid der Engelen aangaande de Goddelijke Voorzienigheid’, nr. 242.

Daarom is ook Ruben, die de eerstgeborene van Jakob was, door zijn vader verdoemd geworden, (Genesis 49:3, 4) en is hem het eerstgeboorterecht afgenomen, (1 Kronieken 5:1); dat onder Ruben in de geestelijke zin het ware naar leer en geloof wordt verstaan, zal men zien in wat hierna volgt.

Onder de eerstgeboorten van Egypte, die alle geslagen werden, omdat zij verdoemd waren, wordt ook in de geestelijke zin niet anders verstaan dan het ware naar leer en geloof, gescheiden van het goede van het leven en dit ware is in zich dood.

Onder de bokken bij Daniël en Mattheüs worden ook geen anderen verstaan dan zij die in een van het leven gescheiden geloof zijn, waarover het werk ‘de Leer van het Nieuwe Jeruzalem aangaande het Geloof’, nrs. 61-68.

Dat degenen die in een van het leven gescheiden geloof waren geweest, omstreeks het Laatste Oordeel zijn verworpen en verdoemd, zie het werk ‘Voortzetting aangaande het Laatste Oordeel’ nr. 16 e.v..

Uit deze weinige dingen kan het vaststaan, dat het Ware naar leer en geloof niet het eerstgeborene van de Kerk is, maar het Ware met de daad of met het werk, namelijk het goede van het leven; want niet eerder is de Kerk bij de mens, dan wanneer het Ware van het leven wordt en wanneer het Ware van het leven wordt, dan is dit het goede; het denken immers van het verstand en het geheugen vloeit niet in de wil in en door de wil in de daad, maar de wil vloeit in het denken van het verstand en het geheugen in, en handelt; en dat wat vanuit de wil door het verstand voortgaat, dit gaat voort vanuit de aandoening die van de liefde is, door het denken dat van het verstand is; en dit alles wordt het goede genoemd en gaat het leven binnen; en daarom zegt de Heer ‘dat hij die de waarheid doet, het in God doet’, (Johannes 3:21).

Aangezien Johannes het goede van het leven uitbeeldde en Petrus het ware van het geloof, zie eerder in nr. 5, ‘lag derhalve Johannes aan des Heren borst en volgde hij Jezus, niet echter Petrus’, (Johannes 21:18-23; ook zei de Heer over Johannes ‘dat hij zou blijven totdat Hij kwam’, (Johannes 21:22-23); dus tot de huidige dag, namelijk de Komst van de Heer; en daarom ook wordt door de Heer nu het goede van het leven geleerd voor hen die vanuit Zijn Nieuwe Kerk, namelijk het Nieuwe Jeruzalem, zullen zijn.

Kort samengevat, het eerstgeborene is dat wat het ware vanuit het goede het eerst voortbrengt, dus het verstand vanuit de wil; omdat het ware van het verstand is en het goede van de wil; dit eerste is, omdat het zoals een zaad is, waar vanuit de overige dingen voortgaan, het primaire.

Wat de Heer betreft, Hijzelf is de Eerstgeborene vanuit de doden, omdat Hij ook ten aanzien van Zijn Menselijke, het Ware Zelf is, verenigd met het Goddelijk Goede, vanuit Wie alle mensen, die in zich dood zijn, leven.

Iets eenders wordt verstaan bij David:

‘Ik zal Hem ten Eerstgeborene geven, een Hoge voor de Koningen der aarde’, (Psalm 89:28); dit ten aanzien van het Menselijke van de Heer.

Vandaar is het, dat Israël de eerstgeborene wordt genoemd, (Exodus 4:22, 23); onder Israël wordt het ware met de daad verstaan en onder Jakob het ware naar de leer en omdat vanuit dit alleen er niet enige Kerk is, werd Jakob daarom Israël genoemd; in de hoogste zin echter wordt onder Israël de Heer verstaan.

De oorzaak van deze uitbeelding van de eerstgeborene, werden voor Jehovah alle eerstgeborenen en alle eerstgeboorten geheiligd, (Exodus 13:2, 12; 22:28, 29).

Door de oorzaak van die uitbeelding van de eerstgeborene werden de Levieten aangenomen in de plaats van alle eerstgeborenen in de Israëlitische Kerk en wordt gezegd dat zij van Jehovah waren, (Numeri 3:12, 13, 40-46; 18:15-18); met Levi immers wordt het ware met de daad aangeduid, namelijk het goede van het leven en daarom werd aan zijn nageslacht het priesterschap gegeven, waarover in wat volgt.

Daarom werd ook aan de eerstgeborene het dubbele van de erfenis gegeven en werd hij het ‘beginsel der sterkte’ genoemd, (Deuteronomium 21:15-17).

Dat het eerstgeborene het primaire van de Kerk betekent, is omdat in het Woord met de natuurlijke geboorten geestelijke geboorten worden aangeduid; en dat wat dan voor het eerst bij de mens die geboorten maakt, wordt onder het eerstgeborene van hem verstaan; niet eerder immers is de Kerk bij hem, dan wanneer het ware van de leer, ontvangen in de innerlijke mens, in de uiterlijke wordt geboren.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #1

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

1. De APOCALYPS of het BOEK OPENBARING, Hoofdstuk 1

1. De openbaring van Jezus Christus, welke God hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten aan te wijzen de dingen die snellijk moeten geschieden en die Hij heeft aangeduid, zendende door Zijn engel aan Zijn dienstknecht Johannes.

2. Dewelke betuigd heeft het Woord Gods en de getuigenis van Jezus Christus, alle dingen die hij heeft gezien.

3. Gezegend hij die leest en zij die horen de woorden der profetie en die de dingen bewaren welke in dezelve geschreven zijn, omdat de tijd nabij is.

4. Johannes aan de zeven Kerken die in Azië zijn: Genade zij u en vrede van Hem, Die is en Die was en Die komen zal; en van de zeven Geesten die in de aanblik van Zijn troon zijn.

5. En van Jezus Christus, Hijzelf de getrouwe Getuige, Hijzelf de Eerstgeborene vanuit de doden en Hijzelf de Vorst der koningen der aarde, liefhebbende ons en wassende ons van onze zonden in Zijn bloed.

6. En ons maakt koningen en priesters van God en Zijn Vader: Hem zij de heerlijkheid en de sterkte tot in de eeuwen der eeuwen.

7. Zie, Hij komt met de wolken en zien zal Hem alle oog en zij die Hem doorstoken hebben en alle stammen der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.

8. Ik ben de Alfa en de Omega, de Aanvang en het Einde, zegt de Heer, Die is en Die was en Die komen zal, Die de Almachtige is.

9. Ik, Johannes, die en uw broeder en medegenoot in de verdrukking is en in het koninkrijk en in de geduldige verwachting van Jezus Christus.

Ik was op het eiland genaamd Patmos, om het Woord Gods en om de getuigenis van Jezus Christus.

10. Ik werd in de geest op de dag des Heren en ik hoorde achter mij een grote stem evenals van een bazuin.

11. Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; hetgeen gij ziet, schijf dat in een boek en zend het aan de Kerken: aan die in Azië, naar Efeze en naar Smyrna en naar Pergamus en naar Thyatire en naar Sardes en naar Filadelfia en naar Laodicea.

12. En ik keerde mij om, om te zien de stem die met mij sprak; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren.

13. En in het midden van de zeven kandelaren een, de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een talaar en omgord aan de borsten met een gouden gordel.

14. En Zijn hoofd en de haren blank evenals blanke wol, evenals sneeuw en Zijn ogen evenals een vlam vuurs.

15. En Zijn voeten aan blinkend koper gelijk, evenals in een oven geblaakt en Zijn stem evenals een stem van vele wateren.

16. En hebbende in Zijn rechterhand zeven sterren en vanuit Zijn mond een tweesnijdend scherp slagzwaard uitgaande; en Zijn aangezicht evenals de zon schijnt in haar macht.

17. En toen ik Hem zag, viel ik aan Zijn voeten evenals dood en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste.

18. En Die levend ben en Ik ben dood geweest; en zie, levend ben Ik tot in de eeuwen der eeuwen, amen; en Ik heb de sleutels der hel en des doods.

19. Schrijf de dingen die gij gezien hebt en de dingen die zijn en de dingen die zullen zijn na deze.

20. Het mysterie der zeven sterren die gij gezien hebt in Mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaren: de zeven sterren zijn de engelen der zeven Kerken en de zeven kandelaren die gij gezien hebt, zijn de zeven Kerken.

DE GEESTELIJKE ZIN

De inhoud van het gehele hoofdstuk.

Dat deze openbaring uit de Heer alleen is en dat zij wordt opgenomen door hen die in Zijn Nieuwe Kerk, die het Nieuwe Jeruzalem is, zullen zijn en de Heer erkennen als de God van hemel en aarde: beschreven wordt ook de Heer ten aanzien van het Woord.

De inhoud van de afzonderlijke verzen.

De openbaring van Jezus Christus, betekent de voorzeggingen uit de Heer ten aanzien van Hemzelf en over Zijn Kerk, hoedanig deze zal zijn in haar einde en hoedanig zij daarna zal worden; welke God hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten aan te wijzen, betekent voor hen die in het geloof vanuit de naastenliefde zijn; de dingen die snellijk moeten geschieden, betekent dat zij zeker zullen gebeuren, opdat de Kerk niet zal vergaan; en die Hij heeft aangeduid, zendende door Zijn engel aan Zijn dienstknecht Johannes, betekent die uit de Heer zijn geopenbaard door de hemel aan hen die in het goede van het leven zijn vanuit de naastenliefde en het geloof ervan; dewelke betuigd heeft het Woord Gods en de getuigenis van Jezus Christus, betekent hen die vanuit het hart en zo in het licht, het Goddelijk Ware vanuit het Woord opnemen en erkennen dat het Menselijke van de Heer Goddelijk is; alle dingen die hij heeft gezien, betekent de verlichting van hen in alle dingen die in deze openbaring zijn; gezegend hij die leest en zij die horen de woorden van de profetie en die de dingen bewaren die in dezelve geschreven zijn, betekent de gemeenschap van degenen met de engelen van de hemel, die leven volgens de Leer van het Nieuwe Jeruzalem; omdat de tijd nabij is, betekent dat de staat van de Kerk zodanig is dat zij niet langer kan aanhouden, wil er verbinding van haar met de Heer zijn; Johannes aan de zeven Kerken, betekent tot allen die in de christelijke wereld zijn, waar het Woord is en daardoor de Heer bekend is en die tot de Kerk toetreden; die in Azië zijn, betekent tot hen die vanuit het Woord in het licht van de waarheid zijn; genade zij u en vrede, betekent de Goddelijke begroeting; van Hem Die is en Die was en Die komen zal, betekent uit de Heer, Die eeuwig en oneindig en Jehovah is; en van de zeven geesten, die in de aanblik van de troon zijn, betekent uit de algehele hemel, waar de Heer in Zijn Goddelijk Ware is; van Jezus Christus, betekent het Goddelijk Menselijke; Hijzelf de getrouwe Getuige, betekent, namelijk het Goddelijk Ware Zelf; de Eerstgeborene vanuit de doden, betekent, Hij is het Goddelijk Goede Zelf; en Hijzelf de Vorst [der koningen] der aarde, betekent vanuit Wie al het ware vanuit het goede in de Kerk is; liefhebbende ons en wassende ons van onze zonden, betekent Die vanuit de Liefde en de Barmhartigheid de mensen hervormt en wederverwekt door Zijn Goddelijke ware dingen vanuit het Woord; en ons maakt koningen en priesters, betekent Die geeft dat zij die geboren zijn uit Hem, dat wil zeggen, wederverwekt, in de wijsheid vanuit de Goddelijke ware dingen en in de liefde vanuit de Goddelijke goede dingen zijn; Gode en Zijn Vader, betekent aldus beelden van Zijn Goddelijke Wijsheid en van Zijn Goddelijke Liefde; Hem zij de heerlijkheid en de sterkte tot in de eeuwen der eeuwen, betekent Wie alleen de Goddelijke Majesteit en de Goddelijke Almacht is tot in het eeuwige; amen, betekent de Goddelijke bevestiging vanuit de Waarheid, dus vanuit Hemzelf; en Hij komt met de wolken des hemels, betekent dat de Heer Zich zal openbaren in de zin van de letter van het Woord en de geestelijke zin ervan zal openen aan het einde van de Kerk; en zien zal Hem alle oog, betekent dat zij allen zullen erkennen die vanuit de aandoening in het verstand van het Goddelijk Ware zijn; en zij die Hem doorstoken hebben, betekent dat ook degenen zullen zien die in de Kerk in de valse dingen zijn; en alle stammen der aarde zullen rouw bedrijven, betekent dat dit zal zijn wanneer er geen goede en ware dingen langer in de Kerk zijn; ja, amen, betekent de Goddelijke bevestiging dat het zo zal zijn; Ik ben de Alfa en de Omega, de Aanvang en het Einde, betekent Die is het Zelf en het Enige van Eersten tot Laatsten, vanuit Wie alle dingen zijn; dus Die de Liefde Zelf en de Enige Liefde is, de Wijsheid Zelf en de Enige Wijsheid en het Leven Zelf en het Enige Leven in Zich en zo de Schepper, Heiland en Verlichter uit Zich en vandaar het al in alle dingen van de hemel en van de Kerk; zegt de Heer, Die is en Die was en Die komen zal, betekent Die eeuwig en oneindig en Jehovah is; en de Almachtige, betekent Die is, leeft en kan vanuit Zichzelf en Die alle dingen regeert vanuit eersten door laatsten; Ik, Johannes, die en uw broeder en uw medegenoot is, betekent hen die in het goede van de naastenliefde en daaruit in de ware dingen van het geloof zijn; in de verdrukking en in het koninkrijk en in de geduldige verwachting van Jezus Christus, betekent de dingen die in de Kerk bestookt zijn door de boze en valse dingen, maar die door de Heer, wanneer Hij komen zal, verwijderd moeten worden; ik was op het eiland Patmos, betekent de staat en de plaats waarin hij verlicht heeft kunnen worden; om het Woord Gods en de getuigenis van Jezus Christus, betekent opdat vanuit het hart en zo in het licht zal worden opgenomen het Goddelijk Ware vanuit het Woord en erkend zal worden dat het Menselijke van de Heer Goddelijk is; ik werd in de geest op de dag des Heren, betekent de geestelijke staat toen vanuit de Goddelijke invloeiing; en ik hoorde achter mij een grote stem evenals van een bazuin, betekent de duidelijke doorvatting van het Goddelijk Ware vanuit de hemel onthuld; zeggende, Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, betekent Die is het Zelf en het Enige van eersten tot laatsten, vanuit Wie alle dingen zijn; en meer dingen zoals eerder; hetgeen gij ziet, schrijf dat in een Boek, betekent dat die dingen onthuld mogen worden aan het nageslacht; en zend het aan de Kerken; aan die in Azië, betekent voor degenen in de christelijke wereld die in het licht van de waarheid vanuit het Woord zijn; naar Efeze en naar Smyrna en naar Pergamus en naar Thyatire en naar Sardes en naar Filadelfia en naar Laodicea, betekent in het bijzonder volgens de staat van de opneming van eenieder; en ik keerde mij om, om te zien de stem die met mij sprak, betekent de omkering van de staat van hen die in het goede van het leven zijn, ten aanzien van de doorvatting van het ware in het Woord, als zij zich tot de Heer keren; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren, betekent de Nieuwe Kerk, die uit de verlichting uit de Heer vanuit het Woord zal zijn; en in het midden van de zeven kandelaren een, de Zoon des mensen gelijk zijnde, betekent de Heer ten aanzien van het Woord, uit Wie zij is; bekleed met een talaar, betekent het Goddelijke, voortgaande, namelijk het Goddelijk Ware; en omgord aan de borsten met een gouden gordel, betekent het Goddelijke, voortgaande en tevens verbindend, namelijk het Goddelijk Goede; en Zijn hoofd en de haren blank evenals wol, evenals sneeuw, betekent de Goddelijke Liefde van de Goddelijke Wijsheid in eersten en in laatsten; en Zijn ogen evenals een vlam vuurs, betekent de Goddelijke Wijsheid van de Goddelijke Liefde; en Zijn voeten aan blinkend koper gelijk, evenals in een oven geblaakt, betekent het natuurlijk Goddelijk Goede; en Zijn stem evenals een stem van vele wateren, betekent het natuurlijk Goddelijk Ware; en hebbende in Zijn rechterhand zeven sterren, betekent alle erkentenissen van het goede en het ware in het Woord vanuit Hemzelf; en vanuit Zijn mond een tweesnijdend scherp slagzwaard uitgaande, betekent de verstrooiing van de valse dingen door het Woord en door de leer daaruit, uit de Heer; en Zijn aangezicht evenals de zon schijnende in macht, betekent de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid, welke Hijzelf zijn en uit Hemzelf voortgaan; en toen ik hem zag, viel ik aan Zijn voeten evenals dood, betekent ten gevolge van een zodanige aanwezigheid van de Heer het begeven van het eigen leven; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, betekent het leven uit Hem toen ingeblazen; zeggende tot mij: Vrees niet, betekent de wederopwekking en dan vanuit de diepste vernedering de aanbidding; Ik ben de Eerste en de Laatste, betekent dat Hij eeuwig en oneindig is, dus Hij alleen is God; en Die levende ben, betekent Die alleen het Leven is en uit Wie alleen het Leven is; en Ik ben dood geweest, betekent dat Hij in de Kerk is veronachtzaamd en Zijn Goddelijk Menselijke niet erkend; en zie, levend ben Ik tot in de eeuwen, betekent dat Hij het eeuwige Leven is; amen, betekent de Goddelijke bevestiging dat het de waarheid is; en Ik heb de sleutels van de hel en van de dood, betekent dat Hij alleen kan zaligen; schrijf de dingen die gij gezien hebt en de dingen die zijn en de dingen die zullen zijn na deze, betekent opdat alle dingen die nu worden geopenbaard, voor het nageslacht zijn; het mysterie der zeven sterren die gij gezien hebt in Mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaren, betekent de verborgenheden in de gezichten ten aanzien van de nieuwe hemel en ten aanzien van de Nieuwe Kerk; de zeven sterren zijn de engelen van de zeven Kerken, betekent de Nieuwe Kerk in de hemelen, namelijk de nieuwe hemel; en de zeven kandelaren die gij gezien hebt, zijn de zeven Kerken.

DE ONTVOUWING

Wat de geestelijke zin is, was tot dusver onbekend; dat die is in de afzonderlijke dingen van het Woord, is in het werk ‘de Leer van het Nieuwe Jeruzalem ten aanzien van de Gewijde Schrift’ nrs. 5-26, getoond en dat het Woord zonder die in vele plaatsen niet kan worden verstaan; die zin verschijnt niet in de zin van de letter, die is immers daarin gelegen zoals de ziel in het lichaam.

Het is bekend dat er het geestelijke en het natuurlijke is en dat het geestelijke invloeit in het natuurlijke en zich zichtbaar en voelbaar vertoont in de vormen die onder het gezicht en de tast vallen en dat het geestelijke zonder die vormen niet anders wordt doorvat, dan zoals de aandoening en het denken of zoals de liefde en de wijsheid, die van het gemoed zijn; dat de aandoening en het denken of de liefde waardoor het is te worden aangedaan, geestelijk zijn, erkent men; dat die beide vermogens van de ziel zich vertonen in de vormen in het lichaam, die de zin- en beweegorganen worden genoemd, is bekend; en verder ook dat zij één maken en wel zozeer één dat als het gemoed denkt, de mond het op hetzelfde ogenblik uitspreekt en als het gemoed wil, het lichaam het op hetzelfde moment uitvoert; daaruit blijkt dat er een volmaakt één-zijn is van de geestelijke en de natuurlijke dingen bij de mens.

Iets eenders is in alle en de afzonderlijke dingen van de wereld; daar is het geestelijke, dat het binnenste van de oorzaak is en is het natuurlijke, dat van de uitwerking ervan is en die twee maken één; en in het natuurlijke verschijnt het geestelijke niet, omdat dit daarin gelegen is zoals de ziel in het lichaam en zoals het binnenste van de oorzaak in de uitwerking, zoals gezegd.

Iets eenders is het met het Woord; dat dit in zijn schoot geestelijk is, omdat het Goddelijk is, kan door niemand worden ontkend; maar omdat het geestelijke niet verschijnt in de zin van de letter, die natuurlijk is, was derhalve de geestelijke zin tot dusver onbekend; ook heeft hij niet eerder bekend kunnen worden dan toen de echte ware dingen uit de Heer werden onthuld, want daarin is die zin.

Vandaar is het dat de Apocalyps tot dusver niet werd verstaan.

Opdat er echter geen twijfel zal zijn dat zulke dingen daarin gelegen zijn, moeten de afzonderlijke dingen worden ontvouwd en aangetoond door eendere dingen elders in het Woord.

De ontvouwing en aantoning volgt nu.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl