Vriendelijkheid komt voort uit liefdadigheid* die gaat over het kijken naar wat er in een persoon zit en niet naar wat er aan de buitenkant zit, en over het liefhebben van wat er van de Heer in de persoon zit. We kunnen aardig zijn en vriendelijk zijn voor andere mensen, maar als er onenigheid of dominantie is, is het aardig om de relatie te beëindigen.
(Referenties: Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer 104)
