Het Laatste Oordeel #12

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 74  
  

12. (5) De volmaaktheid van de hemel neemt toe met de vermeerdering van het aantal engelen.

Dit blijkt uit de vorm van de hemel, waaruit het samenzijn geregeld is en de gemeenschap voortvloeit. Hij is van alle vormen de meest volmaakte. En in de meest volmaakte vorm wordt, hoe meer onderdelen daarin zijn, des te meer richting en samenwerking naar eenheid bewerkt, en des te meer innige en eensgezinde verbinding. De eensgezindheid en vandaar de verbinding, neemt door de veelheid toe, want iedereen wordt daar ingevoegd als een verbinding tussen twee of meer, en wat ingevoegd is, bevestigt en verbindt. De vorm van de hemel is evenals de vorm van het menselijk mentaal, waarvan de volmaaktheid toeneemt met de vermeerdering van het ware en goede, waaruit inzicht en wijsheid komen. Dat de vorm van het menselijk mentaal, dat in de hemelse wijsheid en inzicht is, gelijk is aan de vorm van de hemel, is omdat het mentaal het kleinste beeld van die vorm is. Vandaar is er op alle wijzen mededeling van gedachten en genegenheden van het goede en het ware bij zulke mensen, en bij de engelen met de omringende hemelse gezelschappen. Die uitbreiding geschiedt naar gelang de vermeerdering van de wijsheid, dus naar gelang van de veelheid van kennis van het goede en ware, die in het verstand zijn ingeplant, dus in het mentaal, want het mentaal bestaat uit het verstand en de wil.

Het mentaal van mensen en engelen is zodanig, dat het tot in eeuwigheid kan worden verrijkt, en door die verrijking volmaakt worden. Dit geschiedt voornamelijk wanneer een mens door de Heer wordt geleid, want dan wordt hij ingeleid in echte waarheden, die in zijn verstand worden ingeplant, en in echte goedheden, die in zijn wil worden ingeplant, want dan regelt de Heer alles naar een vorm van de hemel, totdat het een hemel wordt in kleinste vorm. Uit deze vergelijking wordt het duidelijk, omdat die met het onderwerp overeenstemt, dat door de veelheid van engelen de hemel volmaakt wordt. Daarenboven bestaat iedere vorm uit verscheidenheden. Een vorm die niet uit verscheidenheden bestaat, is geen vorm, omdat hij geen hoedanigheid heeft, en ook geen wijziging in de staat. De hoedanigheid van iedere vorm komt voort uit de schikking van de verschillende dingen die daarin bevat zijn. Uit hun onderlinge verhouding komt eensgezindheid naar eenheid, waardoor iedere vorm wordt beschouwd als een. Zulk een vorm wordt, hoe meer dergelijke dingen daarin gerangschikt zijn, des te meer volmaakt, want ieder daarvan bevestigt, versterkt en verbindt, zoals hierboven gezegd werd, en bevordert dus de volmaaktheid. Dit kan nog duidelijker worden gezien uit hetgeen werd aangetoond in het werk "Hemel en Hel", vooral daar waar er over gehandeld wordt: Dat ieder hemels gezelschap een hemel in kleinere vorm is, en iedere engel in de kleinste vorm (51-58 n.); en verder: Over de vorm van de hemel... (200-212 n.); en, Over de wijsheid van de hemelse engelen (265-275 n.).

  
/ 74  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.