Hemel en Hel #533

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

533. Dat het niet zo moeilijk is, als gewoonlijk verondersteld wordt, om een leven te leiden dat naar de hemel voert, is ook hieruit duidelijk, dat alles wat de mens te doen heeft, wanneer er iets bij hem opkomt dat volgens zijn weten oneerlijk en onrecht is en waartoe hij genegen is, is vervolgens te denken dat het niet mag worden gedaan, omdat het tegen de Goddelijke wet is. Indien de mens het zich tot een gewoonte maakt om zo te denken en zo door oefening een gewoonte vormt, wordt hij stap voor stap in vereniging met de hemel gebracht. Naarmate nu de mens in vereniging met de hemel is gebracht, worden de hogere vermogens van zijn gemoed geopend; naarmate deze zijn geopend, ziet hij wat oneerlijk en onrecht is en naarmate hij dit ziet, is hij ook in staat het af te leggen; want het is onmogelijk om enig kwaad af te leggen, dan nadat het eerst gezien is. Dit is de staat waarin de mens door zijn vrije wil kan ingaan; want wie kan niet uit vrije wil op deze wijze denken? Maar wanneer hij een begin gemaakt heeft, dan bewerkt de Heer in hem het goede en leidt hem om niet slechts het kwade als kwaad te zien, maar ook om het niet te willen en er eindelijk een afkeer van te krijgen. Dit is het wat de Heer bedoelt met de woorden in Mattheüs 11:30: Mijn juk is zacht en mijn last is licht. Men moet hier wel opmerken dat de moeilijkheden om op deze wijze te denken en zodoende het kwade te weerstaan, toenemen naarmate de mens uit de wil het kwade doet; want is dit het geval, dan gewent hij er zich aan totdat hij het ten slotte niet meer als kwaad beschouwt en het hem lief wordt. Heeft hij het kwade werkelijk lief gekregen, dan bedenkt hij excuses en bevestigt zich erin door allerlei voorwendsels of leugens en noemt het uiteindelijk geoorloofd en goed. Maar dit vindt bij hen plaats die op jeugdige leeftijd teugelloos in alle kwaad voorthollen en tegelijk Goddelijke dingen uit hun hart verbannen.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.