Echtelijke Liefde #65

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 535  
  

65. V. Dat zij ook de fundamentele liefde is van alle hemelse en geestelijke en daaruit van alle natuurlijke liefden.

Dat de echtelijke liefde in haar wezen beschouwd de fundamentele liefde is van alle liefden in de hemel en van de Kerk, komt omdat haar oorsprong is uit het huwelijk van het goede en het ware en uit dit huwelijk gaan alle liefden voort die de hemel en de Kerk bij de mens maken.

Het goede van dat huwelijk maakt de liefde en het ware ervan maakt de wijsheid; en wanneer de liefde op de wijsheid toetreedt of zich met deze verbindt, dan wordt de liefde liefde; en wanneer de wijsheid op haar beurt op de liefde toetreedt en zich ermee verbindt, dan wordt de wijsheid wijsheid.

De waarlijk echtelijke liefde is niet iets anders dan de verbinding van de liefde en de wijsheid.

Twee echtelieden tussen wie of in wie tegelijk die liefde is, zijn de beeltenis en de vorm ervan; allen ook in de hemelen, waar de aangezichten de echte kenmerken van de aandoeningen van hun liefden zijn, zijn de gelijkenissen ervan; zij hebben haar immers in zich, in het algemeen en in elk deel, zoals eerder is getoond.

Omdat nu twee echtelieden in beeltenis en vorm die liefde zijn, volgt dat elke liefde die voortgaat uit de vorm van de liefde zelf, het evenbeeld ervan is; en daarom zijn, indien de echtelijke liefde hemels en geestelijk is, ook de uit haar voortgaande liefden hemels en geestelijk.

De echtelijke liefde is dus zoals een ouder en de overige liefden zijn zoals de nakomelingen.

Vandaar komt het dat uit de huwelijken van de engelen in de hemelen geestelijke nakomelingen worden verwekt, namelijk die van de liefde en de wijsheid of van het goede en het ware; over deze verwekking zie eerder nr. 51.

  
/ 535  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl