Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5993

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5993. Hieruit kan nu vaststaan dat aan de mens, opdat hij vergemeenschapping zal hebben met de geestelijke wereld, een tweetal geesten en een tweetal engelen uit de hemel moeten zijn aangebonden en dat hij zonder dezen hoegenaamd geen leven zou hebben; de mens immers kan geenszins leven vanuit de algemene invloeiing zoals de van rede verstoken dieren, nr. 5850;

de oorzaak hiervan is dat zijn gehele leven tegen de orde is; indien hij, omdat hij in die staat is, alleen door de algemene invloeiing werd gedreven, dan zou hij niet anders dan alleen vanuit de hellen, maar niet vanuit de hemelen gedreven kunnen worden; en indien hij niet vanuit de hemelen werd gedreven, dan zou hij geen innerlijk leven hebben en dus geen leven van het denken en van de wil zodanig als de mens heeft en zelfs niet eens zodanig als het redeloze dier heeft, want de mens wordt geboren zonder enig gebruik van de rede en hij kan daarin niet dan alleen door de invloeiing vanuit de hemelen worden ingewijd. Uit wat werd aangevoerd staat ook vast dat de mens niet kan leven zonder vergemeenschapping met de hellen, door de geesten daaruit, want alles van zijn leven dat hij aan de ouders door overerving ontleent en alles wat hij zelf daaraan vanuit het zijne toevoegt, is van de liefde van zich en van de wereld, maar niet van de liefde tot de naaste en te minder van de liefde tot God; en omdat alles van het leven van de mens vanuit het eigene tot de liefde van zich en van de wereld behoort, behoort het dus tot de verachting van anderen bij zichzelf vergeleken en tot de haat en tot de wraak tegen allen die hem niet begunstigen; vandaar behoort het ook tot de wreedheid; want wie haat koestert, begeert te doden en verlustigt zich daarom bovenmatig aan hun verderf; indien aan deze boze dingen niet zulke geesten werden toegevoegd, welke geesten nergens anders vandaan kunnen zijn dan vanuit de hel en indien de mens niet door hen volgens de verkwikkingen van zijn leven werd geleid, dan zou hij nooit naar de hemel heen gebogen kunnen worden; in de aanvang wordt hij omgebogen door zijn verkwikkelijke dingen zelf en daardoor wordt hij eveneens in het vrije gesteld en zo tenslotte in de vrije keuze.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl