Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4586

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4586. En Rachel baarde en zij leed harde dingen in haar baren; dat dit de verzoekingen van het innerlijk ware betekent, staat vast uit de betekenis van baren, namelijk het ontstaan van geestelijke dingen die van het ware zijn en van de hemelse dingen die van het goede zijn; in de innerlijke zin immers wordt onder baren niets anders verstaan dan de dingen die van de geestelijke baring zijn, zie de nrs. 1145, 1255, 2584, 3860, 3868, 3905, 3915, 3919, 4070;

uit de uitbeelding van Rachel, te weten de aandoening van het innerlijk ware, waarover de nrs. 3758, 3782, 3793, 3819;

en uit de betekenis van harde dingen lijden, namelijk verzoekingen ondergaan; wanneer immers met betrekking tot de ware en de goede dingen of met betrekking tot de geestelijke en de hemelse dingen, wordt gesproken van harde dingen lijden, dan is het niet iets anders; want niemand kan tot die dingen komen dan alleen door verzoekingen; dan immers strijden de innerlijke goede en ware dingen met de boze en valse dingen die vanuit het erfelijke en het daadwerkelijke zijn; dan wordt de mens door de Heer gehouden in de goede en de ware dingen uit het innerlijke; en de boze en de valse dingen die losbreken vanuit het erfelijke en die aanwezig zijn vanuit het daadwerkelijke, vallen aan, dat wil zeggen, de geesten en de genieën die daarin zijn en bij de mens zijn; vandaar de verzoekingen, waardoor niet alleen het boze en de valse dingen, wanneer die worden overwonnen, worden teruggeworpen en verwijderd, maar ook de goede en de ware dingen worden bevestigd; dit is het wat daarmee wordt aangeduid dat ‘Rachel baarde en harde dingen leed in het baren’.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl