Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1844

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

1844. Dat de woorden ‘in een land, dat het hunne niet is’ betekenen, waar de Kerk zal zijn alsof zij niet tot hen behoorde die in de naastenliefde en in het geloof zijn, blijkt uit de betekenis van het land, wat de Kerk is, waarover gehandeld is in de nrs. 566, 662, 1066, 1067. Heden ten dage wordt alleen naar de leerstellingen van het geloof van een Kerk gesproken, en hiernaar worden de Kerken van de Heer onderscheiden, zonder dat men er zich om bekommert, van welke aard het leven is dat zij hebben, of zij een innerlijke haat koesteren, en als wilde dieren elkaar verscheuren, bestelen van goede naam, van eer en rijkdommen beroven, en in het hart al wat heilig is loochenen; terwijl toch bij zulke mensen geenszins de Kerk is, maar bij hen, die de Heer liefhebben en de naaste als zichzelf, die een geweten hebben en dergelijke haatgevoelens verafschuwen. Niettemin zijn dezen als vreemdelingen en zij beledigen zulke mensen zoveel zij kunnen met scheldwoorden en vervolgen hen, of beschouwen hen als onnozele, geringe en waardeloze lieden. Dit nu is het, wat wordt aangeduid met de woorden ‘uw zaad zal vreemd zijn in een land’.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl