6871. Al uitleidende, gij, het volk uit Egypte; dat dit betekent wanneer de geestelijken uit de bestoking door de valsheden bevrijd zijn, staat vast uit de betekenis van uitleiden, namelijk bevrijden, zoals eerder in de nrs. 6865, 6868; uit de betekenis van de zonen Israëls, die hier het volk zijn, namelijk de geestelijken, dat wil zeggen, zij die van de geestelijke Kerk zijn, nrs. 6637, 6862, 6865; uit de betekenis van Egypte, namelijk het bestokende valse wetenschappelijke, nr. 6692.