스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

해당 구절 연구하기

  
/ 325  
  

지금까지 이 번역에는 #_661_까지의 구절이 포함되어 있습니다. 아직 번역이 진행 중일 수 있습니다. 왼쪽 화살표를 누르면 번역이 완료된 마지막 번호를 찾을 수 있습니다.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #608

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

608. Toen het innerlijke ademen ophield, trad langzamerhand een uitwendige ademhaling daarvoor in de plaats, ongeveer als heden ten dage, en met de uitwendige ademhaling de spraak van woorden of van gearticuleerde klank, waarin de denkvoorstellingen werden vastgelegd. Zo is dus de staat van de mens geheel en al veranderd, en van dien aard geworden, dat men niet langer een dergelijke gewaarwording kon hebben, maar in plaats van de gewaarwording een zeker andere innerlijke stem, welke geweten kan worden genoemd, want zij geleek op een geweten, hoewel zij min of meer het midden hield tussen de innerlijke gewaarwording en het heden aan enige hedendaagse mensen bekende geweten; en toen nu de denkvoorstelling zo werden vastgelegd, namelijk in een woordentaal, konden zij ook niet meer door de innerlijke mens onderwezen worden zoals dat bij de oudste mens plaatsvond, maar door middel van de uitwendige. Vandaar dat er toen in de plaats van de openbaringen van de Oudste Kerk leringen traden, welke eerst met de uiterlijke zinnen begrepen moesten worden, waaruit dan stoffelijke voorstellingen van het geheugen moesten gevormd worden en uit deze denkvoorstellingen, waardoor en waarnaar zij onderricht werden. Dit is de reden, waarom deze Kerk, die nu volgde, een geheel ander gemoed dan de Oudste Kerk had. En zo de Heer het menselijk geslacht niet in deze gemoedsaard of in deze staat had gebracht, zo had geen mens gered kunnen worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl