4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.
Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248
지금까지 이 번역에는 #_661_까지의 구절이 포함되어 있습니다. 아직 번역이 진행 중일 수 있습니다. 왼쪽 화살표를 누르면 번역이 완료된 마지막 번호를 찾을 수 있습니다.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1155
1155. Dat de zonen van Javan nog weer anderen betekenen, die een uiterlijke godsdienst hadden, welke afstamde van de godsdienst, die bij de natie van Javan was, kan eveneens bij de profeten blijken, waar zij in volgorde met de zaken zelf worden opgenoemd, en in deze samenhang dan geen andere betekenis hebben dan de zaken. Dat alleen maar de zonen van Gomer en de zonen van Javan genoemd worden, maar niet die van de overigen in het tweede vers - zeven in getal - komt, omdat de zonen van de een betrekking hebben op de klasse van de geestelijke dingen, en de zonen van de ander op de klasse van de hemelse dingen. Dat de zonen van Gomer op de klasse van de geestelijke dingen betrekking hebben, blijkt uit de zo-even aangehaalde plaatsen bij de profeten; dat echter de zonen van Javan betrekking hebben op hemelse dingen, zal blijken uit wat volgt. De klasse van de geestelijke dingen wordt hierin van de klasse van de hemelse dingen onderscheiden, dat het ene de waarheden van het geloof betreft, en het andere de goedheden van het geloof, welke van de naastenliefde zijn. Deze onderscheidingen zijn, hoewel zij in de wereld volslagen onbekend zijn, echter in de hemel zeer bekend, en zelfs niet alleen wat de verschillen in het algemeen betreft, maar ook wat de bijzonderheden betreft; er bestaat daar niet het minste van een verschil, dat niet in de strengste orde is onderscheiden. In de wereld weet men niet veel meer, dan dat er godsdiensten bestaan, en dat zij verschillen, en wel alleen in uiterlijke dingen; in de hemel echter treden de verschillen zelf, welke ontelbaar zijn, levend te voorschijn, en wel zoals zij in de innerlijke dingen zijn.