스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3200

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

3200. In deze beide verzen wordt de staat van het redelijk goede beschreven, wanneer het in de verwachting van het ware is, dat daarmee verbonden moet worden als een bruid met een echtgenoot. In de twee onmiddellijk erna volgende verzen, wordt de staat van het ware beschreven, wanneer het nabij is en het goede waarneemt, waarmee het verbonden moet worden. Maar men moet weten, dat deze staten niet in één keer ontstonden, maar voortdurend, het gehele leven van de Heer in de wereld door, totdat Hij verheerlijkt was.

Bij de wederverwekten is het evenzo gesteld, want zij worden niet opeens, in één keer wederverwekt, maar voortdurend, het gehele leven door, ook in het andere leven; want de mens kan nooit volmaakt worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1162

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

1162. Dat door de zonen van Cham de dingen worden aangeduid, die tot het afgescheiden geloof behoren, volgt hieruit. Om te kunnen weten, wat Cham is, en vandaar wat de zonen van Cham zijn, dient men te weten, wat het van de naastenliefde gescheiden geloof is. Het van de naastenliefde gescheiden geloof, is geen geloof; waar geen geloof is, is geen godsdienst, noch een innerlijke, noch een uiterlijke, en zo er al een godsdienst is, is het een verdorven godsdienst. Vandaar betekent Cham op deze wijze de verdorven innerlijke godsdienst. Diegenen verkeren ineen valse mening, die het geloof alleen voor een van de naastenliefde gescheiden weten van hemelse en geestelijke dingen houden, want in kennis kunnen soms de allerslechtsten boven anderen uitmunten, zoals zij, die voortdurend in haat en wraakgierigheid en in echtbreuk leven, en die daarom hels zijn en na het leven van het lichaam duivels worden. Hieruit kan blijken, dat het weten geen geloof is, maar dat het geloof de erkenning is van alle dingen die tot het geloof behoren; en de erkenning is nooit uiterlijk, maar innerlijk, en dit is de werking van de Heer alleen door middel van de naastenliefde bij de mens, en de erkenning is nooit een zaak van de mond maar van het leven; uit het leven van eenieder kan men weten van welke aard de erkenning is. Zonen van Cham heten allen, die kennis van de erkentenissen van het geloof hebben, en geen naastenliefde. Of het nu een weten van de innerlijke erkentenissen van het Woord is en van zijn geheimenissen zelf, dan wel een weten van alle dingen, die in de letterlijke zin van het Woord zijn, of een weten van andere waarheden, waardoor zij deze kunnen zien, welke naam zij ook mogen hebben, of een erkentenis van alle riten van de uiterlijke godsdienst, wanneer zij geen naastenliefde hebben, zijn zij zonen van Cham. Dat zij, die zonen van Cham genoemd worden, van dien aard zijn, blijkt uit de natiën, waarvan nu sprake is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl