스웨덴보그의 저서에서

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

스웨덴보그의 저서에서

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #267

해당 구절 연구하기

  
/ 325  
  

267. Hoofdstuk 21. Over de Voorzienigheid.

De regering van de Heer in de hemelen en op aarde wordt de voorzienigheid genoemd. En omdat al het goede dat van de liefde is en al het ware dat van het geloof is, waaruit het heil, uit Hem is en volstrekt niets uit de mens, blijkt vandaar dat de Goddelijke Voorzienigheid van de Heer is in alle en de afzonderlijke dingen die tot het heil van het menselijk geslacht bevorderlijk zijn. Dit leert de Heer aldus bij Johannes: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’, Johannes 14:6. En elders: ‘Gelijk de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf zo zij niet in de wijnstok gebleven zal zijn, aldus ook gij niet zo gij niet in Mij gebleven zult zijn; tenzij uit Mij kunt gij niet wat ook doen’, Johannes 15:4-5.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

스웨덴보그의 저서에서

 

Arcana Coelestia #3481

해당 구절 연구하기

  
/ 10837  
  

3481. I have quite often been in conversation with Jews in the next life. They appear in a forward position on the lower earth below the level of the left foot, and on one occasion I also spoke about the Word, the land of Canaan, and the Lord. I said that the Word contained very deep arcana which are not visible to men. This point they agreed with. After that I said that all the arcana there deal with the Messiah and His kingdom. This also they assented to. But when I told them that Messiah in Hebrew is the same as Christ in Greek they would not listen. And again when I said that the Messiah was the Most Holy One, that Jehovah was within Him, that none other was meant by the Holy One of Israel and by the God of Jacob, and that seeing that He is the Most Holy One none can be in His kingdom except those who are holy not outwardly but inwardly - who are not accordingly under the influence of the filthy love of the world, or of a superior attitude towards other nations, or of hatred for one another - they could not listen to it.

[2] After that I said that the Messiah's kingdom according to prophecy was going to last for ever, and those with Him would also inherit the land for ever. If His kingdom were of this world and they were brought into the land of Canaan it would last only for the few years that constitute the human life-span. Besides, all who had died since the expulsion of the Jews from the land of Canaan would not enjoy such blessedness. From this, I said, they could recognize that the land of Canaan represented and meant the heavenly kingdom; indeed they would recognize it all the more easily, in that they now knew they were in the next life and were going to live for ever, from which it was evident that this next life was the place where the Messiah had His kingdom. And, I continued, if they were allowed to talk to angels they could know that the whole angelic heaven was the Lord's kingdom.

[3] I added that by the new earth, the new Jerusalem, and the new temple described in Ezekiel nothing else could be meant than such a kingdom of the Messiah. To all these points they were unable to make any response apart from weeping bitterly at the prospect of being led into the land of Canaan by the Messiah only to die after so few years and leave behind the blessedness they were to enjoy there.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.