성경

 

Marcus 4:18-19

공부

      

18 En dezen zijn, die in de doornen bezaaid worden, namelijk degenen, die het Woord horen;

19 En de zorgvuldigheden dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.

      

주석

 

Voorziening

작가: Julian Duckworth, Joe David (기계 번역 Nederlands)

A canoe moves through a tree lined creek.

De Voorzienigheid is de manier waarop de Heer voortdurend alles regelt. Het is er in elk moment van het leven en in elke omstandigheid. We kunnen ons niet buiten de goddelijke voorzienigheid plaatsen, die op talloze onbekende manieren probeert ons in de hemel te brengen, terwijl ze ons altijd in vrijheid laat om haar leiding te verwerpen als we dat willen.

We zijn ons niet bewust van de activiteit van de voorzienigheid. Als we het zouden weten, zouden we proberen het te vermijden of het te buigen, denkend dat we het beter weten.

Voor wie terecht wil leven en dat probeert te doen, is de voorzienigheid als een ongeziene en ongevoelige stroming die hen als een schip op een oceaanstroming meevoert naar de hemel. Voor degenen die in hun egoïstische liefdes willen leven, houdt de voorzienigheid hen in een evenwicht tussen goede en slechte invloeden, zodat ze, als ze dat willen, hun wegen kunnen veranderen.

De Voorzienigheid is van de Heer, en Hij is oneindige liefde en oneindige wijsheid, die we in gedachten moeten houden als we ons afvragen of we de zaken beter kunnen regelen.

Swedenborg publiceerde een 300 pagina's tellend boek over de Goddelijke Voorzienigheid. De eerste hoofdstuktitel is definitief: "De Goddelijke Voorzienigheid is de Regering van de Goddelijke Liefde en Wijsheid van de Heer". Iedereen staat onder die regering. We zijn vrij om de richting van de leiding van de Heer te accepteren of niet; onze vrijheid staat voorop. De Heer zal altijd kloppen, maar we moeten de deur naar Hem openen.

Er zijn vijf wetten van de goddelijke voorzienigheid:

1. Een persoon moet handelen vanuit de vrijheid van het verstand.

2. Een persoon moet, als-van-zelf, kwaad als zonden uit zijn/haar uiterlijke kenmerken verwijderen. Op die manier, en op geen enkele andere manier, kan de Heer het kwaad in de inwendige mens verwijderen, en dan tegelijkertijd in de uitwendige mens.

3. Mensen moeten niet door externe middelen worden gedwongen om te denken en te willen, en dus om te geloven en lief te hebben, de dingen van de religie. Ze zouden eerder moeten overtuigen en soms dwingen om dat te doen.

4. De mensen moeten door de Heer uit de hemel worden onderwezen en geleid door middel van het Woord, en de leer en de prediking van het Woord, en dit moet gebeuren, tot in alle verschijningen, alsof ze onoplettend handelen.

5. De mensen moeten niets van de werking van de goddelijke voorzienigheid waarnemen en voelen, maar toch moeten we het weten en erkennen.

(참조: Hemelse Verborgenheden 609, 1755, 3854, 3951, 5155; Gods Voorzienigheid 21, 22, 23, 27, 55-60, 232, 234, 278 [1-3], 322)

비디오 재생
This video is a product of the Swedenborg Foundation. Follow these links for further information and other videos: www.youtube.com/user/offTheLeftEye and www.swedenborg.com