Dalle opere di Swedenborg

 

Hemel en Hel #17

Studia questo passo

  
/ 603  
  

17. Alle bewijs in de hemel getuigt ervan dat het Goddelijke dat uit de Heer voortgaat, hetgeen de engelen beïnvloedt en de hemel maakt, liefde is. Want allen die daar zijn, zijn vormen van liefde en naastenliefde. Zij verschijnen in onbeschrijfelijke schoonheid en de liefde straalt hun uit het gelaat, uit hun spraak en uit alle bijzonderheden van hun leven. Bovendien gaan er van iedere engel en geest geestelijke sferen van leven uit, die hen omgeven. Door deze sferen kan men, soms op een vrij grote afstand, weten hoe zij zijn ten aanzien van emoties en liefden. Want die sferen vloeien uit van het leven van ieder z'n emoties en de daaruit voortkomende gedachten, of van het leven van zijn liefde en het daaruit voortkomende geloof. De sferen die uit de engelen voortgaan, zijn zó vol van liefde, dat ze de meest innerlijke dingen van het leven beïnvloeden van hen die bij hen zijn. Ik heb ze herhaaldelijk waargenomen en zij hebben me inderdaad op die manier geroerd. Dat liefde voor engelen de bron van hun leven is, bleek uit het feit dat iedereen in het andere leven zich in de richting van zijn liefde keert. Zij die in liefde tot de Heer en liefde tot de naaste verkeren, keren zich steeds tot de Heer; zij echter die in eigenliefde verkeren, keren zich steeds van de Heer af. Dit gebeurt tijdens iedere beweging van hun lichaam. Want in het andere leven zijn afstanden afhankelijk van hun innerlijke staat, met windstreken is dat ook, die worden daar niet bepaald als op aarde, maar zijn ingedeeld volgens de richting waarin zij kijken. Het zijn echter niet de engelen die zich tot de Heer keren, maar het is de Heer die diegenen tot Zich keert die er van houden de dingen te doen die van Hem zijn. Maar hierover zal meer geschreven worden in wat volgt, waar het gaat over de windstreken in het andere leven.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Dalle opere di Swedenborg

 

Hemel en Hel #271

Studia questo passo

  
/ 603  
  

271. Dat dit zo is met engelen van de derde hemel, komt omdat zij in liefde tot de Heer zijn en die liefde opent het innerlijk van de geest tot de derde graad en is de ontvanger van alle dingen van de wijsheid. Men moet verder ook weten dat engelen van de binnenste hemel nog aanhoudend worden vervolmaakt in wijsheid, en wel op een andere wijze dan de engelen van de laagste hemel. Engelen van de binnenste hemel verzamelen geen Goddelijke waarheid in het geheugen en beschouwen die daarom niet als kennis, maar zodra zij ze horen, erkennen zij ze en brengen ze in hun leven. Om deze reden blijven Goddelijke waarheden bij hen als in hen geschreven, want wat in het leven wordt overgebracht, blijft op die wijze bij. Maar met engelen van de laagste hemel is dit anders; zij leggen eerst de Goddelijke waarheden in hun geheugen neer en bewaren ze daar als onderwerpen van kennis en nemen ze daarna uit en vervolmaken daarmee hun verstand en zonder dat zij een innerlijke gewaarwording hebben dat ze waarheden zijn, willen zij ze en voeren ze in hun leven in; dientengevolge zijn zij vergelijkenderwijze in duisternis. Het is de vermelding waard dat engelen van de derde hemel door het gehoor in wijsheid worden vervolmaakt, maar niet door het gezicht. Wat zij van een prediking horen gaat niet in hun geheugen, maar onmiddellijk in hun gewaarwording en wil, en wordt deel van hun leven. Wat zij echter met hun ogen zien, gaat in hun geheugen en daarover redeneren en spreken zij. Hieruit is het duidelijk dat voor hen het gehoor de weg van de wijsheid is. Dit komt ook door overeenstemming, want het oor stemt overeen met gehoorzaamheid en gehoorzaamheid behoort tot het leven; maar het oog stemt overeen met inzicht en inzicht behoort tot de leer. De staat van deze engelen wordt ook op vele plaatsen in liet Woord beschreven zoals in Jeremia 31:33-34: Ik zal mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven, En zij zullen niet meer, een ieder zijnen naasten, en een ieder zijnen broeder leren zeggende: Kent Jehovah, want zij zullen mij allen kennen van hun kleinste af tot hun grootste toe, en in Mattheüs 5:37: Maar laat uw woord zijn Ja, Ja; neen, neen; wat boven deze is, dat is uit de boze. Dat wat boven deze is uit de boze komt, is omdat het niet uit de Heer is; want de waarheden in de engelen van de derde hemel zijn van de Heer, omdat zij in liefde jegens Hem zijn. Liefde tot de Heer in die hemel is het willen en doen van Goddelijke waarheid, want Goddelijke waarheid is de Heer in de hemel.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.