La Bibbia

 

Exodus 17

Studio

   

1 Daarna toog de ganse vergadering van de kinderen Israels, naar hun dagreizen, uit de woestijn Sin, op het bevel des HEEREN, en zij legerden zich te Rafidim. Daar nu was geen water voor het volk om te drinken.

2 Toen twistte het volk met Mozes, en zeide: Geeft gijlieden ons water, dat wij drinken! Mozes dan zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Waarom verzoekt gij den HEERE?

3 Toen nu het volk aldaar dorstte naar water, zo murmureerde het volk tegen Mozes, en het zeide: Waartoe hebt gij ons nu uit Egypte doen optrekken, opdat gij mij, en mijn kinderen, en mijn vee, van dorst deed sterven?

4 Zo riep Mozes tot den HEERE, zeggende: Wat zal ik dit volk doen? Er feilt niet veel aan, of zij zullen mij stenigen.

5 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Ga heen voor het aangezicht des volks, en neem met u uit de oudsten van Israel; en neem uw staf in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en ga heen.

6 Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op den rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israel.

7 En hij noemde den naam dier plaats Massa en Meriba, om de twist der kinderen Israels, en omdat zij den HEERE verzocht hadden, zeggende: Is de HEERE in het midden van ons, of niet?

8 Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in Rafidim.

9 Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn.

10 Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels.

11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste.

12 Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, en ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.

13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.

14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier!

16 En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!

   

Dalle opere di Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8469

Studia questo passo

  
/ 10837  
  

8469. Het getal van uw zielen; dat dit betekent de hoeveelheid voor allen in het gezelschap, namelijk het goede van het ware dat door het manna wordt aangeduid, staat vast uit de betekenis van naar het getal van de zielen, te weten een voldoende hoeveelheid voor allen in het gezelschap; want wanneer met een omer naar het hoofd een voldoende hoeveelheid voor eenieder wordt aangeduid, dan wordt met naar het getal van de zielen de hoeveelheid voor allen in het gezelschap aangeduid.

Hier wordt gehandeld over het goede dat degenen hebben die uit het geestelijk rijk van de Heer zijn; dit goede wordt aangeduid met het manna en dat wat zal gegeven worden, een voldoende hoeveelheid zal zijn voor eenieder en een voldoende hoeveelheid zal zijn voor het gezelschap; ieder huis immers van de zonen Israëls beeldde één gezelschap in de hemel uit, nrs. 7836, 7891, 7996, 7997.

Met de gezelschappen in de hemel is het als volgt gesteld: de hemel bestaat uit talloze gezelschappen die onderling onderscheiden zijn; ieder gezelschap heeft een algemeen goede dat is onderscheiden van het goede van andere gezelschappen; ook heeft eenieder in het gezelschap een bijzonder goede, dat is onderscheiden van het goede van een ander in dat gezelschap; uit de onderscheiden en dus verschillende, maar niettemin met elkaar strokende goedheden van hen die in het gezelschap zijn, ontstaat een vorm en die vorm wordt de hemelse genoemd; de gehele hemel bestaat uit zulke vormen; die verbindingen worden vormen genoemd ten opzichte van de goedheden, maar gezelschappen ten opzichte van de personen.

Deze dingen werden uitgebeeld door de onderscheidingen van de zonen Israëls in stammen, families en huizen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl