Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4325

Da Emanuel Swedenborg

Studia questo passo

  
/ 10837  
  

4325. De zin in het algemeen of de gemene zin, wordt onderscheiden in een willekeurige en een onwillekeurige; de willekeurige zin is eigen aan de grote hersenen, terwijl de onwillekeurige zin eigen is aan de kleine hersenen; deze beide gemene zinnen zijn bij de mens verbonden, maar wel onderscheiden; de vezels die van de grote hersenen uitvloeien, brengen in het gemene de willekeurige zin teweeg en de vezels die van de kleine hersenen uitvloeien brengen in het gemene de onwillekeurige zin teweeg; de vezels van deze tweevoudige oorsprong verbinden zich in de twee aanhangsels die het verlengde merg en het ruggenmerg worden genoemd en door deze gaan zij over in het lichaam en vormen zijn leden, ingewanden en organen; de dingen die het lichaam omgorden, zoals de spieren en de huid, en ook de organen van de zinnen, ontvangen merendeels de vezels uit de grote hersenen; vandaar heeft de mens de zinnen en vandaar de bewegingen volgens zijn wil; maar de dingen die binnen deze gordel of deze omsluiting zijn en de ingewanden van het lichaam worden genoemd, ontvangen de vezels van de kleine hersenen; vandaar heeft de mens niet de zin van die ingewanden en zij staan ook niet onder beschikking van zijn wil. Hieruit kan enigermate vaststaan wat de zin in het gemene of de willekeurige gemene zin en de onwillekeurige gemene zin is. Bovendien moet men weten dat er een algemene zal zijn opdat er enige bijzondere kan zijn en dat het bijzondere nooit kan ontstaan en blijven bestaan zonder het algemene; en dat elk bijzondere zich gedraagt overeenkomstig het hoedanige en overeenkomstig de staat van het algemene; evenzo de zinnen bij de mens en evenzo de bewegingen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl