Des oeuvres de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1

Étudier ce passage

  
/ 10837  
  

1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Des oeuvres de Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #260

Étudier ce passage

  
/ 325  
  

Pour l'instant, cette traduction contient des passages jusqu'à #325. Il s'agit probablement encore d'un travail en cours. Si vous cliquez sur la flèche gauche, vous trouverez le dernier numéro traduit.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Des oeuvres de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #10604

Étudier ce passage

  
/ 10837  
  

10604. En schrijven zal Ik op de tafelen de woorden die op de vorige tafelen waren, die gij gebroken hebt; dat dit betekent de innerlijke Goddelijk hemelse en geestelijke dingen ervan ook in die uiterlijke dingen, staat vast uit de betekenis van deze tafelen, namelijk de uiterlijke dingen van het Woord, van de Kerk en van de eredienst, nr. 10603; en uit de betekenis van de woorden die Jehovah daarop schreef, te weten de Goddelijke innerlijke dingen, dus de dingen die van de innerlijke zin zijn, nrs. 10453, 10461.

Deze dingen worden, omdat die zijn in de hemel vóór de engelen en in het licht daar verschijnen, hemelse en geestelijke dingen genoemd.

De hemelse dingen daar zijn die, die van de liefde zijn en de geestelijke dingen zijn die, die van het geloof vanuit de liefde zijn, waaruit blijkt dat met ‘schrijven zal Ik op de tafelen de woorden die op de vorige tafelen waren, die gij gebroken hebt’, wordt aangeduid dat de innerlijke Goddelijke hemelse en geestelijke dingen van het Woord, van de Kerk en van de eredienst, ook in deze uiterlijke dingen zijn.

Hoe het hiermee is gesteld, zie men wat hierover in het voorgaande artikel is getoond.

Omdat men heden ten dage volstrekt niet weet dat er in het Woord een innerlijke zin is, ja zelfs niet wat de innerlijke zin van het Woord is, zal nog in het kort daarover worden gesproken.

De denkbeelden van de engelen zijn niet natuurlijk, zodanig als de denkbeelden van de mens zijn, maar die zijn geestelijk.

Hoedanig echter hun geestelijke ideeën zijn, kan bezwaarlijk door de mens worden begrepen, dan alleen door het innerlijk denken en bespiegelen over de aanvangen van zijn denken en dat deze zonder de woorden van de spraak zijn, is hieruit bekend, dat zij zodanig zijn, dat de mens in één ogenblik meer dingen kan begrijpen, dan hij door spreken binnen enige tijd kan uitdrukken; deze denkbeelden zijn van zijn geest.

Maar de denkbeelden die de mens begrijpt en die in woorden vallen, zijn natuurlijk en die worden door de geleerden stoffelijk genoemd; de eerstgenoemde echter of de innerlijke, worden geestelijk genoemd en door de geleerden onstoffelijk; in deze ideeën komt de mens na de dood, wanneer hij een geest wordt en door deze ideeën onderhoudt hij zich met andere geesten.

Er is tussen de eerstgenoemde en de laatstgenoemde denkbeelden een overeenstemming en door die overeenstemming worden deze in de andere, ofwel de geestelijke in de natuurlijke verkeerd, wanneer de mens spreekt.

Dit weet de mens niet, omdat hij daarover niet nadenkt en daarover nadenken kunnen geen anderen dan zij die innerlijk denken, dat wil zeggen, die in hun geest, los van het lichaam denken; de zinlijke mens kan dit in het geheel niet.

Omdat er nu een overeenstemming is tussen het geestelijke en het natuurlijke denken en omdat de engelen in het geestelijk denken zijn, doorvatten de engelen geestelijk dat wat de mens natuurlijk doorvat en dit in één ogenblik zonder enige bespiegeling over het verschil; dit vindt vooral plaats wanneer de mens het Woord leest of wanneer hij vanuit het Woord denkt; want het Woord is zo geschreven dat er een overeenstemming is in alle en de afzonderlijke dingen, zoals bijvoorbeeld wanneer de mens deze woorden leest bij Mattheüs: ‘Na de verdrukking van die dagen zal de Zon worden verduisterd en de Maan zal haar schijnsel niet geven en de Sterren zullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen worden bewogen; dan zal het teken van de Zoon des Mensen verschijnen en dan zullen alle stammen der aarde weeklagen; en zij zullen de Zoon des Mensen zien, komende in de wolken des hemels met kracht en heerlijkheid.’, (Mattheüs 24:29,30).

Deze woorden worden de engelen heel anders gewaar dan de mens; door de Zon die zal worden verduisterd worden zij niet de zon gewaar, maar de liefde tot de Heer; door de Maan worden zij niet de maan gewaar, maar het geloof in de Heer; door de Sterren niet de sterren, maar de erkentenissen van het goede en het ware; door de Zoon des Mensen worden zij de Heer gewaar ten aanzien van het Goddelijk Ware; door de stammen der aarde alle waarheden van de Kerk; door de wolken van de hemel worden zij het Woord gewaar in de letterlijke zin; en door de kracht en de heerlijkheid het Woord in de innerlijke zin.

In dit inzicht in die woorden komen de engelen in één ogenblik vanuit de overeenstemming, wanneer de mens die woorden leest; ook weten zij niet, dat de mens denkt over de zon, over de maan, over de sterren, over de wolken van de hemel en over de overige dingen.

De oorzaak hiervan is dat de engelen in de geestelijke idee zijn en de geestelijke idee zodanig is, dat de dingen die van de natuur zijn, worden verkeerd in dingen van het hemels licht, dat het Goddelijk Ware uit de Heer is.

Dat de engelen het Woord op die wijze doorvatten, wanneer de mens het leest, is eveneens omdat de engelen bij de mensen zijn en in diens aandoeningen wonen en omdat de mens ten aanzien van zijn geest in het gezelschap met de geesten is en ten aanzien van het innerlijk denken, dat geestelijk is, met de engelen van de hemel.

Daarvandaan ook heeft de mens het vermogen van denken.

Deze dingen zijn gezegd, opdat men zal weten, wat de innerlijke zin van het Woord is of wat de innerlijke dingen van het Woord, van de Kerk en van de eredienst zijn, die de hemelse en de geestelijke dingen worden genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl