Des oeuvres de Swedenborg

 

Apocalyps Onthuld #77

Étudier ce passage

  
/ 962  
  

77. En uw arbeid en uw lijdzaamheid; dat dit hun ijver en geduld betekent, staat zonder ontvouwing vast.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Des oeuvres de Swedenborg

 

Apocalyps Onthuld #110

Étudier ce passage

  
/ 962  
  

110. En waar gij woont, waar de troon des satans is, betekent hun leven in de donkerheid.

Dat onder de satan de hel wordt verstaan vanuit hen die in de valse dingen zijn, zie eerder in nr. 97; en in de valse dingen zijn, is in geestelijke donkerte zijn; de geestelijke donkerheid, de schaduw des doods en de duisternissen, zijn niets anders dan de staat van degenen in de hel die in de valse dingen zijn van het boze en daarom worden de valse dingen in het Woord daarmee beschreven; waaruit kan vaststaan, dat met de troon des satans louter donkerheid wordt aangeduid.

Maar hier wordt onder de donkerheid niet verstaan dat zij in louter valse dingen zijn, maar dat zij in geen ware dingen van de leer zijn; de ware dingen immers van de leer die vanuit het Woord zijn, zijn in het licht; vandaar is ‘niet in de ware dingen zijn’ niet in het licht zijn, dus in de donkerheid; dat de ware dingen in het licht van de hemel zijn, zie men in het werk ‘Hemel en Hel’, nrs. 126-140; en in het werk ‘de Leer van het Nieuwe Jeruzalem aangaande de Gewijde Schrift’, ns. 73, 104-113.

In het Woord wordt op vele plaatsen gehandeld over hen die in de duisternissen, in de schaduw des doods en in de donkerheid zijn, en van wie de Heer de ogen zal openen en onder hen worden de heidenen verstaan die in de goede werken zijn geweest, maar niet in enige ware dingen, omdat zij de Heer niet gekend, noch het Woord hebben gehad; volslagen eender aan hen zijn degenen in de christelijke wereld die in de werken-alleen en in geen ware dingen van de leer zijn en daarom zijn zij niet anders dan heidenen te noemen; zij kennen weliswaar de Heer, maar toch gaan zij niet tot Hem en zij hebben het Woord, maar toch zoeken zij daar de ware dingen niet op.

Met ‘kennen waar gij woont’ wordt aangeduid weten hoedanig iemand is, aangezien in de geestelijke wereld eenieder woont volgens de hoedanigheid van zijn aandoening.

Hieruit kan vaststaan, dat met ‘gij woont waar de troon des satans is’ een leven van het goede in de donkerheid wordt aangeduid.

De satanische geesten hebben ook macht in de geestelijke wereld door hen die in de werken-alleen zijn, maar zonder hen in het geheel geen enkele macht; zij binden hen immers aan zich aan, als een van de satans slechts tegen hen zegt: Ik ben uw naaste en daarom moeten mij goede diensten worden betoond; en wanneer zij dit hebben gehoord, treden zij naderbij en verlenen hulp, zonder te onderzoeken wie en hoedanig zo iemand is, omdat zij de ware dingen niet hebben en alleen door de ware dingen wordt de een van de ander onderkend; dit wordt eveneens aangeduid met ‘gij woont waar de troon des satans is’.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl