3939. En zij noemde zijn naam Aser; dat dit het hoedanige betekent, staat vast uit de betekenis van de naam noemen, te weten het hoedanige, als eerder; het is het hoedanige zelf dat Aser uitbeeldt; Aser betekent in de oorspronkelijke taal ‘de gezegendheid’ maar de naam behelst al die dingen die door de woorden van zijn moeder Lea worden aangeduid ‘in mijn gezegendheid, omdat de dochters mij gezegend zullen maken’, namelijk het verkwikkelijke van de aandoeningen dat overeenstemt met de gelukzaligheid van het eeuwige leven; dit is het vierde algemene dat de uiterlijke mens met de innerlijke verbindt; want wanneer de mens dat overeenstemmende verkwikkelijke doorvat, dan vangt zijn uiterlijke mens aan met de innerlijke verbonden te worden; het zijn de verkwikkelijke dingen die van de aandoeningen van het ware en goede zijn, die verbinden, want zonder de verkwikkelijke dingen van de aandoeningen wordt niets verbonden; daarin is immers het leven van de mens; dat door de aandoeningen alle verbinding is, zie de nrs. 3024, 3066, 3336, 3849, 3909; door de dochters die gezegend zullen maken worden de Kerken aangeduid; dat de dochters in de innerlijke zin de Kerken zijn, nr. 2362. Dit nu werd door Lea gezegd, omdat door de baringen van de dienstmaagden de algemene ware dingen worden aangeduid die de middelen tot de verbinding zijn, opdat bij de mens de Kerk zal ontstaan; want wanneer de mens dat verkwikkelijke of die aandoening doorvat, vangt hij aan Kerk te worden en omdat dit zo is, wordt dit gezegd over de vierde of laatste zoon uit de dienstmaagden. In het Woord wordt Aser hier en daar genoemd, maar daar wordt door hem, evenals ook door de overigen, het hoedanige aangeduid waarover daar wordt gehandeld, dat wil zeggen, hoedanig zij zijn in die staat waarvan daar sprake is; en ook gedraagt zich het hoedanige overeenkomstig de orde waarin zij worden genoemd, zoals het anders is wanneer van Ruben of het geloof wordt uitgegaan, anders wanneer van Jehudah of de hemelse liefde en anders wanneer van Jozef of van de geestelijke liefde, want het wezen en de hoedanigheid van het beginsel wordt afgeleid en gaat over in de volgende; vandaar hun verschillende betekenissen in de plaatsen waar zij worden genoemd. Hier, waar over hun geboorte wordt gehandeld, worden door hen de algemene dingen van de Kerk aangeduid, dus alle dingen van het geloof en van de liefde die de Kerk maken; dit heeft als oorzaak dat in de dingen die voorafgaan, over de wederverwekking van de mens wordt gehandeld of over de staten van de mens voordat hij Kerk wordt; en in de hoogste zin over de Heer, hoe Hij Zijn Menselijke Goddelijk maakte; dus over de opklimming langs de ladder die in Bethel door Jakob werd gezien, tot aan Jehovah toe.