1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.
Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 254
254. Het Woord in de letter kan niet worden gevat dan door leer vanuit het Woord door een verlichte gemaakt. De zin van de letter ervan is aangepast aan de bevatting van ook de eenvoudiger mensen, en daarom zal de leer vanuit het Woord hun tot lamp zijn.
Arcana Coelestia # 1689
1689. That 'the king of Sodom and [the king] of Gomorrah fled, and they fell there' means that those evils and falsities were overcome is clear from the meaning of 'Sodom and Gomorrah' as the evils giving rise to evil desires and the falsities giving rise to false persuasions, dealt with above - 'the king of Sodom and [the king] of Gomorrah' at this point stand for all evils and falsities, including those meant by the remaining kings - and also from the meaning of 'fleeing and falling' as being overcome.